130 Biz. 24. Derde lea. Ik verwijs hier naar mijn oordeel omtrent sprongen. Blz. 26. le alinea. Men moet niet raden bij het schermen, men moet zien. Daarom moet men zich niet laten verleiden om eenen schijnstoot te pareeren, doch kalm afwachten tot de tegenpartij uit valt en den stoot tracht toe te brengen. 3° alinea. Natuurlijk moet men er op letten of de tegenpartij zich bloot geeft, en. daar men bij het partijschermen niet mag ge bonden worden om op de beurt te stooten, doch telkens moet stooten, wanneer men kans ziet den tegenstander te treffen, zoo doet men bij iedere zoodanige gelegenheid den stoot, die het meest ge- wenscht is. Waarom of het reglement alleen spreekt van eenen voorwaartschen of lagen stoot, is mij niet duidelijk. Blz. 27. Te laten vervallen van af „Eerste les" tot aan „blz. 31" B. Geweer tegen de sabel. Blz. 31. B. „Geweer tegen de sabel" te laten vervallen wat daar in staat omtrent het grijpen van de bajonet en omtrent sprongen. Van een geoefend bajonetschermer vat men de bajonet niet, en bij scherpe bajonetten, zooals op Atjeh bij sommige compagnieën en bij het nieuwe in beproeving zijnde geweer, in gebruik zijn, zal niemand het, zonder eene geduchte les te ontvangen, beproeven. Blz. 33. Te laten vervallen: „Bewegingen voor de sabel", „Be wegingen voor het geweer" en het daarondervolgende tot aan„Ge weer tegen den sabelruiter en lancier." Blz. 38. Het saluut met de sabel te doen vervallen, als niet in dit reglement behoorende. Verder verwijs ik nogmaals naar den reeds meermalen door mij genoemden Leidraad, in 1884 aan de Koninklijke Militaire Academie in gebruik, die in vele opzichten uitmunt door juistheid en eenvoud, terwijl er niet genoeg op gelet kan worden, dat het schermonderwijs niet ontaardt in eene opleiding voor assauts. Netheid is bij het schermen, althans wat de houding aangaat, bijzaak en nog wel weinig beteekenende bijzaak. Wat het toebrengen der stooten en de para des betreft, hierbij lette men op zuivere uitvoering der bewegingen. Reeds bezig dit stuk in het net te schrijven, las ik het kortelings

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 141