138 voeg ik er nadrukkelijk bij, mits niet bij ongeluk of opzettelijk uit weinig betrouwbare gegevens genomen. Op het vervolg en slot zal ik maar weinig meer zeggen. Het is al net als het voorgaande: „Beaucoup de bruit et peu de besogne." Alleen dit. De noot op blz. 393 geeft aan welke voorschriften, nog altijd in het Duitsche leger, voor het vizier en het mikpunt gelden. Zeer zeker zeer practisch, doch veel tijd eischende, en dien komen wij te kort, doorAtjeh, dat het altijd gedaan heeft, en nog langen tijd doen zal waarschijnlijk, ten spijt van des heeren von Winning's ongeloof. Noot 2 op blz. 396 is alleraardigst: „Geef een beter stelsel tot vorming van schutters", zegt, neen eischt de heer von Winning, ter wijl hij, de afbreker van het bestaande, daarvoor natuurlijk N°. 1 aan bod zou zijn geweest. Wat schrijver zegt omtrent het toepassen van het bundelvuur bij de Edi-expeditie is onjuist; de luitenant-kolonel Rink had het juist gezien. Ik heb indertijd te Magelang uit de eerste haud de bespre king van een en ander gehad. Van af blz. 402 betoogt de heer von Winning nogmaals de waar heid van de oude stelling, dat wij zeer veel zouden hebben aan goede schutters. Jammer maar dat de schrijver in het geheel geene practisch uitvoerbare patent-opleidingsmethode aangeefthij was aan het woord. Nu zijn het „words, only words." ff., 14 Mei 1893. Eveha.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 149