GESCHIEDKUNDIG OVERZICHT ONZER VAANDELS. {Vervolg van bldz. 82) {Slot.) Zooals uit het vorenstaande blijkt, dateeren de thans in gebruik zijnde vaandels van 1839 en later, naarmate de legerformatie met een of meer bataljons werd uitgebreid. De meeste dezer krijgsteekenen waren gedurende dien tijd vele malen getuigen van den moed en de volharding van het leger, zoodat zij begrijpelijkerwijze, behalve van weer en wind, van het vijandelijk lood te lijden hadden. Dit laatste was vooral het geval geweest met het vaandel van het 12® Bataljon; dit was zoo deerlijk gehavend, dat er van het ontrollen van het doek, van het fier laten wapperen geen sprake meer kon zijn. Slechts enkele reepen, die door een band aan den stok waarin zich een kogel had vastgezet waren vastgebonden, waren overgeble ven. Aan den eisch, dat het een zichtbaar teeken moet zijn, voldeed het derhalve niet meer. Hoe noode men er dan ook toe overging, kwam het evenwel den Civiel en Militair Gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden in 1888 geweDscht voor, een voorstel te doen om het oude vaandel te doen vervangen. Eene verwisseling tengevolge van onbruikbaarheid, was nog niet voorgekomen. Wel was in 1867 een dergelijk voorstel gedaan ten opzichte van het vaandel van het 10e Bataljon, doch de toenmalige Commandant van het Leger vond die vervanging, na het vaandel in oogenschouw te hebben genomen, onnoodig, zoodat het toen een re paratie van f 115.onderging. Alvorens eene beslissing te nemen in de quaestie, handelende over de verwisseling van het vaandel van het 12® Bataljon, wenschte het Legerbestuur de opinie van de Commandanten der Groote Militaire Afdeelingen op Java en van den Militairen Commandant van Sumatra's

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 150