142 overgebleven, zoomede de kwasten en franjes. De Civiel en Militair Gouverneur was van meening, dat deze reliquieën op eene waardige plaats moesten bewaard blijven, waarom ZHEd. Gestr. het voorstel deed, ze te doen opzenden naar het Koloniaal Militair Invaliden huis te Bronbeek, waar de doorschoten en gescheurde doeken den oud-militair nog menigmaal zullen doen terugdenken aan de glansrijke krijgsverrichtingen van het Indisch Leger. Te dien einde werden de overblijfselen naar Batavia opgezonden. De Commandant van het Leger vereenigde zich met het gedane voorstel en bepaalde dat een perkamenten oorkonde, de geschiedenis der doeken vermeldende, daarbij gevoegd zou worden, terwijl hetzelfde ten opzichte van de in 1839 verwisselde vaandels van het le tot en met het 8° Bataljon plaats vond. Z. M. de Koning stemde met het denkbeeld in en deed de luitenant kolonel Bruinsma, destijds bij het Ministerie van Koloniën gedetacheerd, met de overbrenging der oude doeken van 's Gravenhage naar Bronbeek belasten, aan welke opdracht den 25®n April 1890 werd voldaan. De aangeboden fraai uitgevoerde perkamenten oorkonde bevatte de verhalen van de uitreiking en inwisseling der doeken, alsmede de krijgsverrichtingen der korpsen, toen zij onder deze vaandels dienden. Deze verhalen laten wij, voor wat betreft het 12® en 14® Bataljon, hieronder volgen: 13e daarna 12® Bataljon. 2e Expeditie naar Bali 1848. 3e idem naar Bali 1839. Expeditie ter Westkust van Borneo van Mei 1854 tot Juli 1855. Expeditie naar Palembang in 1859. 1® Expeditie tegen Atjeh 1873. 2e 1873-1874. Krijgsverrichtingen tegen Atjeh van 29 Jan. 1876 tot 31 Aug. 1889. 14e Bataljon. Het halve korps 1® Expeditie naar Bali 1846. 2e 7> 1849.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 153