143
Het geheele korps
le Expeditie naar Boni 1859.
2e I860.
2e Atjeh 1873 en 1874.
Krijgsverrichtingen tegen Atjeh van 20 Aug. 1876 tot 31 Aug. 1889.
In het jaar 1891 werd ook de onbruikbaarheid geconstateerd van het
doek met franjes, kwasten en leeuw met voetstuk van het vaandel van het
13° Bataljon Infanterie en bij het betrekkelijk proces-verbaal een pho-
tographie van het geheel overgelegd. Uit een en ander bleek de nood
zakelijkheid dier verwisseling, waarom de noodige stappen werden
gedaan ter verkrijging van een nieuw doek met toebehooren. Medio 1892
werd dit per stoomschip Zuid-Holland te Soerabaja aangebracht, alwaar
op den 2en Augustus d. a. v. op dezelfde wijze als ten opzichte van hot
12® en 14e Bataljon was geschied, de plechtige uitreiking plaats vond.
De overblijfselen van dit vaandel, dat in 1839 aan het 3e later
tengevolge van de reorganisatie van 1 November 1856 13e Ba
taljon in ruil tegen het oude was verstrekt, werd eveneens, vergezeld
van eene oorkonde, aan het Koninklijk Militair Invalidenhuis Bron
beek ten geschenke aangeboden.
Het oude vaandel nam aan de ondervolgende krijgsverrichtingen deel
2e Expeditie tegen Bali 1848.
3° 1849.
Tocht naar Bali-Boleling 1859.
Bandjermasin'sche expeditie 1860-1864.
Krijgsverrichtingen in Atjeh 1875-1877.
Tot de vaandels, die de eer hadden eene Koninklijke onderscheiding
te verwerven, behooren die van het 7e en 3e Bataljon Infanterie.
Bij Koninklijk besluit van 11 December 1849 werd o. m. bepaald,
dat het vaandel van het 7e Bataljon Infanterie, dat ondercommando
van den luitenant-kolonel Le Bron de Yexela aan de 3e Balische
expeditie had deelgenomen, zou worden versierd met het teeken der
Militaire Willemsorde, en wel ter zake van de bijzonder uitmuntende
diensten, door dat Bataljon bewezen bij het omtrekken en veroveren
der versterkingen van Djaga Raga op den 15en en 16eQ April 1849,