145 - zeg U dank voor de voorbeeldige trouw en ijver, waarmede Gij de schoone doch moeilijke taak vervnlt, welke U is opgedragen. Gaat voort op den ingeslagen weg. Bewaart de rijk gezegende gewesten, welke aan Uwe waakzaamheid, aan uwen moed zijn toevertrouwd. Het Moederland ziet met welgevallen op Uw edel streven. Deszelfs Leger misgunt U uwen roem niet, het verheugt zich veeleer in den glans uwer wapenfeiten, welke op zijne banieren terugkaatst. Dapper Leger van Federlandsch-Indië! Mijn hoogachting, Mijne zorg voor Uwe belangen, blijven U gestadig vergezellen. Gegeven te 's Gravenhage, den llen December 1849. w. g. Willem. Het vaandel van het 3C Bataljon Infanterie werd bij Koninklijk besluit van 24 Maart 1877, N°. 2 begiftigd met het ridderkruis der Militaire Willemsorde, terwijl het bij besluit van dienzelfden datum N°. 1, evenals het vaandel van het 9e Bataljon, versierd was gewor den met de Atjeh-medaille. Het 3e Bataljon dat destijds bestond uit een rechter en linkerhalf bataljon, elk van 2 Europeesche en 2 Amboineesche compagnieën, had niet alleen deelgenomen aan de le expeditie tegen Aijeh, maar was sedert de maand 1873 onafgebroken in zijn geheel aldaar. Reeds aan de eerste operatiën onder den Luitenant-Generaal van Swieten nam het een buitengewoon roemrijk aandeel, met name bij de ver meestering van Lemboe op den 25en December 1873, voor welk wa penfeit de Opperbevelhebber belooningen per draad vroeg en verkreeg. Na dien tijd was het Bataljon, hetzij in zijn geheel, dan wel ge deeltelijk, tegenwoordig bij alle belangrijke ontmoetingen met den vijand en wel van April 1874 tot December 1875 bij Soerian, graf heuvel Langkroek, Lemboe en Longbatta, terwijl het rechterhalf bataljon van 16 Januari 1876 tot het einde deel nam aan den 70 daagschen veldtocht (26 December 1875 tot 7 Maart 1876) in de IY, IX en XXII Moekims. De voornaamste gevechten, waaraan genoemd korpsgedeelte gedu rende dien tijd deelnam, zijn le. den tocht over den bergpas Blangkala, 1617 Januari; 2e. het gevecht te Boekit-Dara en Empeh Bling, 28—30 Januari;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 156