147 De officieren, onderofficieren en manschappen van het, 3e en 9°, voor zoover in Kotta- Radja aanwezig, zijn den dag van het feest vrij van alle garnizoensdiensten. Raming der kosten. 65 compagnieën a f 50.f 3250.— feestmaal 2000.— Totaal f 5250. De Militaire en Civiele Bevelhebber te Atjeh w. g. Diemont. Bij Gouv. Besl. van 23 Mei 1877, N°. 1, werd machtiging ver leend tot de beschikbaarstelling der gevraagde som, terwij) door den Commandant van het Leger de last werd gegeven, dat de plechtige uitreiking zou plaats hebben op den 18en Juni (slag van Waterloo). Zooals we reeds zagen werd de standaard aan het Regiment Oost- Indische Cavalerie op den 24en Januari 1824 te Weltevreden uitge reikt. Ook dit doek had van den tand des tijds veel te lijden gehad blijkens mededeeling van den commandant der 2e Militaire Atdeeling op Java vervat in diens rapport over de in de maand Augustus 1850 over het regiment gehouden jaarlijksche inspectiewas het ge heel vergaan, behalve de kwasten en franjes, die nog in bruikbaren toestand verkeerden. In verband daarmede gaf het Militair Depar tement last om het doek naar Batavia op te zenden, omdat aldaar de aanmaak van een nieuw het best, kon geschieden. In 1840 toch waren daar ook de vaandels voor de toenmaals nieuw opgerichte 10e, lle en 12e Bataljons Infanterie door den teekenaar Schnell ge schilderd geworden. Daar deze echter thans gedetineerd was in 's Lands gevangenis en men het met het decorum in strijd achtte, om een krijgsteeken door een eerloos verklaarde te doen vervaardigen, werd dit nu opgedragen aan den decoratieschilder bij den schouwburg Hardouin. Onder allerlei voorwendsels verschoof deze telkens het tijdstip van aflevering, totdat hij eindelijk verklaarde, dat hij het op zich genomen werk niet kon voltooien, waarom het Legerbestuur zich verplicht zag den aanmaak van een standaard, zonder stok, leeuw en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 158