153
Alsdan zal de kolonel, kommandant. van het Observatiekorps het vaandel
laten ontblooten en met eene korte en gepaste aanspraak, den Pangerang
Adipati, de overige pangerangs en verdere officieren van dat Legioen
uitnoodigen, om hunne gelofte van trouw aan den Koning en gehoorzaam
heid aan den Gouverneur-Generaal te hernieuwen en te beloven dit vaan
del, hetwelk door den Gouverneur-Generaal over Neerlands-Indië namens
Zijne Majesteit aan hen wordt geschonken als eene belooning voor trouwe
diensten, in verschillende oorlogen met hun leven te verdedigen en liever
te sneuvelen als hetzelve in handen van vijanden te laten vallen.
Bij het afleggen van deze gelofte zal de kolonel, kommandant van
het Observatiekorps het vaandel nederbuigen en alle de omstanders tot
het Legioen behoorende leggen het spits hunner degens met uitge-
strekten arm op hetzelve.
De Pangerang Adipati herhaalt met luider stemme deze belofte en de
overige omstanders zeggen alsdanwij zweren het", daarna overhandigt
de kolonel het vaandel aan den Pangerang Adipati, die het alsdan aan
den vaandeldrager overgeeft, welke met hetzelve naar den regtervleugel
gaatde geweren worden gepresenteerd, de vaandeldrager zal met den
gezwinden pas voor langs het front op eenen afstand van tien passen
voorbij marseheren en voor het midden van het Bataillon halt houden
en naar hetzelve front maken.
De kommandant van dit Bataillon zal het vaandel met den degen salu-
eeren en terstond hierop zal de vaandeldrager zich in het midden van
het Bataillon vervoegen, waarna de geweren worden geschouderd. Dit
geschiedt onder het slaan van den vaandelmarsch.
De kommandant der linie zal daarna de nadere orders van den kolonel,
kommandant van het Observatièkorps afvragen, die de troepen laat defileeren.
Nadat het Legioen het paradeplein zal hebben verlaten, wordt het vaan
del (dat steeds bij den Pangerang Adipati Ario Praboe Prang Wedono
in zijnen dalem onder zijne speciale bewaking moet blijven) op de gebrui
kelijke wijze teruggebracht.
De dag werd verder besloten met een bal en souper, waarop be
halve de Keizer en de Javaansche prinsen, alle officieren, ambtenaren
en verscheidene ingezetenen genoodigd waren, terwijl eenige dagen
later door den Pangerang Prang Wedono eene partij werd gegeven
ter plechtige viering van het ontvangen geschenk.
In het laatst van 1870 verzocht ook de Pangerang Adipati Soerio
Sasra Ningrat IV aan den Resident van Djokdjakarta, om het voor-