160
De achterwaartsche beweging van den grendel wordt begrensd
door het stuiten van den uitwerper tegen den achterkant van de
gleuf. Bij het geweer M/71 kwam, bij achteruitgebrachten grendel,
de voorkant van den afsluiter iets voor het steunstuk, bij M71/88
was het noodig dat de grendel 9 mM. verder achteruitkwamde
oude gleuf voor den patroontrekker is daartoe naar achteren verlengd.
De voormalige insnijding voor den patroontrekker in den loop is
gedeeltelijk dicht gemaakt.
Het uitwerpen der ledige hulzen gaat als volgt:
De huls ligt tegen den afsluiter, met haar rand links tegen de
nok van den uitwerper, rechts achter den haak van den patroontrekker.
Brengt men nu den grendel met kracht achteruit, dan stuit de uit
werper tegen den achterkant van zijn gleuf, de afsluiter kan nog iets
naar achteren, waardoor de uitwerpernok met kracht stoot tegen den
liukerrand van de huls, die, daar de patroontrekker haar naar rechts
trekt, een sterk draaiende beweging naar rechts krijgt en zoodoende
uit den bak geworpen wordt.
De linker zijwand van het staartstuk is, tot beter inbrengen der
patroonhouders, een weinig afgenomen en rond bijgevijld.
Ter verbetering zijn drie kanalen tot gasontsnapping gemaakt en
wel twee in het staartstuk boven de kamer en een d4 (fig- d) in het
linksche gedeelte van de gleuf in den afsluiter. Een stuitingsschroef
is onder in den loop aangebracht, om te beletten dat de stand van
loop en staartstuk verandert.
Het repeteertoestel bestaat uit
le het magazijn,
2e de stelveer met stelnok,
3e den hefboom met repeteerknop.
Het magazijn (fig. eis een ijzeren bak, van boven open en geschikt
voor vier patronen.
De borsten f1 dienen ter bevestiging in de lade.
De voorste heeft een gat met moer voor den ontlaadstok, de ach
terste een gat met moer voor de voorste beugelschroef, die nu maga-
zijnsschroef heet en gewijzigd is.
Aan weerszijden loopt langs het magazijn de gebogen gleuf f2, door
de pallen f3, die met palpinnen f5 aan de zijvleugels van het