165 Na deze kleine inleiding wil ik trachten, u eene beschrijving te geven van hetgeen ik op mijne wandeling zag en opmerkte. Yan het spoorwegstation begaf ik mij naar het bureau van den als „Platzmajor" fungeerenden eersten luitenant der infanterie, die door den commandeerenden generaal was aangewezen om mij als cicerone te dienen. Ons eerste bezoek gold de militaire bakkerij. Op weg daarheen kwamen wij voorbij het prachtige Koninklijke slot. Mijn vriendelijke leidsman vertelde mij dat het, behalve vier honderd gewone kamers en zalen, ook nog bevat een ridderzaal, een groote feestzaal, een schouwburgzaal, twee kabinetten van schilderijen, één voor de familie portretten der Wurtembergsche regenten en één voor gewone schil derijen en voorts den Koninklijken grafkelder. Het emplacement van de militaire bakkerij omvat: links van den ingang de bergplaatsen voor het brood, daarachter de bakkerij, ver volgens de machinekamer en eindelijk het logies voor het personeel, badkamers, enz.; op den achtergrond staan twee groote pakhuizen door een open gang gescheiden; rechts van den ingang en tegenover vermelde gang staat de woning van den directeur, waarin tevens de kantoren zijn. Het vrije terrein rechts van de directeurswoning moet dienen voor den bouw van een groot fouragemagazijn. He bakkerij wordt gedreven door een stoommachine van twaalf paardekrachten, waarbij twee stoomketels, een in gebruik en de andere voor reserve, en werkt met twee kneedmachines en tien warmwater ovens. De beide kneedmachines kneden telkens 450 KG. meel elk, terwijl van de tien ovens er voortdurend acht in gebruik zijn om het voor de garnizoenen Ludwigsburg en Stuttgart benoodigde brood, zijnde acht duizend rations per dag, te bakken. De Duitsche militairen ontvangen eens in de twee dagen ander half Kilogram brood. Terwijl Pruisen alleen roggebrood verstrekt, geeft Wurtemberg een mengsel van twee deelen tarwe- en een deel roggemeel. Yan het tarwemeel wordt acht en van het roggemeel twaalf procent zemelen weggenomen. Het op deze wijze bereide brood is zeer smakelijk en wordt door de soldaten liever gegeten dan het Pruisische. De stellingen, waarop de brooden tot aan de verstrek king bewaard worden, staan op kleine raderen. Is het baksel klaar, Dl. II, 1893. 11

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 176