169 aan de heeren voorgesteld te zijn, gingen wij onmiddellijk aan tafel. Gedurende den maaltijd deden zij mij natuurlijk een menigte vragen over Indië, waarmede men blijkbaar minder goed bekend was dan met Nederlandsche toestanden. Na tafel en na mijn gastbeeren voor hun vriendelijk onthaal bedankt te hebben, bracht mijn „toegevoegde" mij naar het arresthuis. In garnizoenen van eenige beteekenis worden D.l. de disciplinair gestraften niet zooals bij ons in de bij de garni- zoens- of kazernewachten behoorende arrestlokalen opgesloten, maar naar een afzonderlijk gebouw overgebracht, waar zij hunne straf uit dienen. Daar ook deze inrichting tot den nieuweren tijd behoort, is alles er keurig in orde. Men heeft in Duitschlandlicht-, middel-, en strengarrest. De met lichtarrest gestrafte krijgt dezelfde voeding en ligging als in de kazerne; bij middelarrest heeft hij als ligplaats een houten brits, terwijl het strengarrest in een bijna volkomen duister lokaal, waarin eveneens een houten brits, en te water en brood ondergaan wordt Wanneer een meerdere bij een arrestant binnentreedt, moet deze zich onmiddellijk melden; bij noemt zijn naam, graad en korps en geeft voorts op door wien, voor hoelang en om welke reden hij gestraft werd. Elke arrestant heeft een afzonderlijke arrestkamer. Yan het arresthuis gingen wij naar het arsenaal. Hier mocht ik alleen de vertrekken zien, waarin een verzameling wapenen en modellen van voertuigen uit alle tijden tentoongesteld is. De zalen, waarin de geweren zijn opgelegd, bestemd om in tijd van oorlog aan het gemobiliseerde leger te worden uitgereikt, mogen, op bijzonderen last van het Berlijnsche Ministerie van Oorlog, door geen vreemden worden betreden, om n.l. te verhinderen dat men, uit het aantal opgelegde geweren, de sterkte der in den omtrek van Ludwigs- burg te mobiliseeren troepenmacht zou afleiden. Zoo geheim wordt dit gehouden, dat, naar de overste, beheerder van het arsenaal, mij verzekerde, zelfs het personeel, dat met het poetsen der geweren belast was, telkens verwisseld wordt, terwijl het uitreiken en weder opbergen dier wapenen door oudgediende en vertrouwde onderofficieren geschiedt. Aangezien ik verzuimde dadelijk na mijn terugkeer te Stuttgart, om trent de verschillende modellen van geweren, kanonnen en sabels, die ik zag, eenige aanteekeningen te maken, durf ik, als leek in het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 180