176
le. de noodige maatregelen te treffen bij het onverwacht stooten op
den vijand 70),
2°. het verspreiden te regelen als het vuur daartoe dringt 63: 2e al.),
3°. het avanceeren met sprongen te gelasten 652e al.),
4e. het initiatief te nemen voor den stormaanval (§68: le al.),
Afgescheiden van de vraag of het werkelijk in de bedoeling van
den voorschriftgever heeft gelegen, om aan 48 zulk een wijdstrekkende
uitlegging te geven en afgescheiden van de vraag of het bepalen
door den B. C. van de mede op grond dier paragraaf ouder le en
4e t. en m. 7e opgenoemde zaken ook maar eenigermate kan worden
gebillijkt, heeft het aanvallend gevecht van het bataljon volgens ons
voorschrift nog te veel van een exerceeren met het bataljon en niet
genoeg van een manoeuvreeren met vier compagnieën. Het heeft
nog altijd een B. C. op het oog die alles zelf verricht, in stede van
een die alleen bevelen of opdrachten geeft en zich verder bepaalt tot
het observeeren van den gang van het gevecht van zijn bataljon.
Men is daarbij nog veel te huiverig voor het losraken der compa
gnieën, alsof de waarborgen daartegen niet moeten gezocht worden in
de bekwaamheden der compagniescommandanten, in stede van in het
beperken van hun bevoegdheden.
Het ware dan ook m.i. veel beter geweest als de voor eene gede
tacheerde compagnie geldende 50 ook voor de andere strijdende
compagnieën was gegeven, behoudens de verplichting van het onder
houden van verband en samenwerking vóór-, achter-en zijwaarts.
De regels voor het verdedigend gevecht van het bataljon laten
veel meer over aan de compagniescommandanten, doch het gevaar
van uit de hand raken is daarbij ook veel geringer.
8e. „Het moet gebaseerd zijn op logische, tactische beginselen
en rekening houden met de terreinen waarop, en de vijanden waar
tegen zal worden gestreden."
Het nagaan in hoeverre ons voorschrift op logische, tactische
beginselen is gebaseerd tot later uitstellende, wordt hier alleen ge
constateerd dat volgens 5 het gevecht op „open", en men mag er
wel bijvoegeu: „vlak en ondoorsneden" terrein als grondslag is aan
genomen bij het vaststellen der algemeene regels voor den aanval
en de verdediging.