180 het feit-, dat men de omtrekking beproeven of de overmacht in het vuur zoeken moet. Resumeerende kan men daarom zeggen, dat de tactiek door het Indische leger in den strijd tegen den Europeeschen vijand te volgen wel eenigszins zal afwijken van de tactiek der Europeesche legers in hun oorlogen onderling, en dat een Indisch voorschrift op het gevecht daarmede rekening moet houden, doch dat er geen redenen gevonden kunnen worden om een tactiek tegen den Inlandschen vijand als uitgangspunt te nemen voor een voorschrift voor het gevecht. Moet dus ons gevechtsvoorschrift geen rekening houden met de vechtwijze tegen onbeschaafde volken? Natuurlijk wel, doch dan in den geest van het Engelsche voorschrift, als aanhangsel op het ge heel of op elk hoofdstuk. In dat aanhangsel of die aanhangsels moet dan echter meer voor komen dan in de vroeger geciteerde paragraaf „on savage warfare", en behooren daarin de kenmerkende verschillen te worden aange geven tusschen de wijzen van strijdvoeren tegen geregelde troepen en onbeschaafde volken. Een voorbeeld hiervoor heeft men in de vroeger genoemde Rus sische legerorder, die in het kort het volgende bevat: „In den strijd tegen Aziaten moet men a. öf de tirailleurlinie dichter maken, öf haar vervangen door met tusschenruimten opgestelde groepen, b. de soutiens en reserven dichter bij de voorste linie houden, c. de groepen altijd zoo in de hand houden, dat men elk oogenblik tot den bajonetaanval kan overgaan, d. bedenken dat vooral in Azië de eerste slag de beste is en een klein behaald voordeel groote moreele uitwerk:ng heeft, e. dat het offensief gevecht het normale is en dat men liever moet sterven dan teruggaan, f. dat men steeds bedacht moet zijn op cavalerieaanvallen en aanvallen met het blanke wapen, g. dat de infanteriecompagnie genoeg gevechtskracht bezit om daar tactisch geheel zelfstandig op te treden, h. dat verdeeling van batterijen artillerie daar dikwijls voorkomt, echter nooit in kleiner deelen dan van twee stukken,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 191