10
evenals het Walsroderkruit behandeld, het is echter veel elastischer.
Volgens de nieuwste wijze van bereiden is het Nobel gelukt, geheel
vrij te blijven van oplossingsmiddelen. Hij overgiet een bepaalde
soort van schietkatoen met 6 a 8 maal haar gewicht nitroglycerine
in een luchtledige ruimte.
Laat men nu lucht toetreden, dan zal deze vloeistof tot in de fijnste
vezels dringen. De overmaat van nitroglycerine wordt door een pers
zoover verwijderd tot men gelijke deelen der stoffen overhoudt. Deze
tot 60 a 90°G verwarmd, lost de nitroglycerine de genitreerde cellu
lose op. Voor de homogeniteit wordt de stof bij die temperatuur
gewalst en geperst, tot platen gebracht en in blokjes gesneden.
Abel en Dewar, de uitvinders van'c cordiet gebruiken tegenwoordig
ook nitroglycerine en maken dus eigenlijk Nobelkruit in draadvorm,
alleen voegen zij er 10 °/0 tannine aan toe, dat dezelfde rol speelt
als de kamfer van voorheen.
6°. Wetterenkruit wordt in België gemaakt, alhoewel de samen
stelling onbekend is, wordt als uitgangspunt aangegeven, dat wit
ongelijmd papier in salpeterzuur omgezet wordt tot eene genitreerde
cellulose.
Deze eenvoudige bereidingswijze in 't klein, levert in het groot
vele bezwaren op, die uit een financieel zoowel als technisch oogpunt
voortspruiten. Omtrent de bereiding in 't groot valt niets te zeggen,
een dichte sluier hangt er over heenomtrent machines tot kneden en
snijden is niets bekend.
Veel gevaar is er bij de bereiding niet. Alleen bij het drogen der
natte genitreerde cellulose door warme lucht van 40°C, moet men
zorgen dat de temperatuur niet boven de 60°C kan komen. Overigens
is er niet meer gevaar dan bij het bereiden van het zwarte kruit.
De eigenschappen nagaande, hebben wij gezien dat het rookzwakke
kruit veel langzamer verbrandt dan het zwarte, 2 a 3 maal meer
gas doet ontstaan, waardoor de aanvangssnelheid veel grooter is bij
kleinere of gelijke drukking. Door de gelijkmatigheid in 't voort-
branden der korrels, kan men deze zoo groot maken dat de verbran
ding blijft voortgaan tot het oogenblik dat de kogel den loop verlaat.
Deze gelijkmatige verbranding toont men aan door een kubis Nobel
kruit aan een platinadraad te steken en aan te steken, dooft men
