212
geen huisraad, noch keukengerei; langs den binnenwand van het
woonvertrek hing een groot aantal onderkaken van gevelde beesten,
waaronder die van zwijnen, herten en karbouwen.
In een der woningen werd een menschelijk geraamte in een zak
van gevlochten nipahbladeren gevonden, waardoor wij aanvankelijk
in de heerschende meening werden versterkt, als zouden de Rokka's
menscheneters zijn. Later kwam ons echter ter oore, dat het ge
raamte moest behoord hebben aan een aan pokken overleden man.
Tot toelichting diene hier de mededeeling, dat bij de meeste onbe
schaafde Indische stammen, o. a. bij de Alfoeren van Ceram, de ge
woonte bestaat om bij heerschende pokkenépidemie, de lijders aan
die ziekte aan hun eigen lot over te laten, die dan ten gevolge van
ontbrekende hulp en geneesmiddelen omkomen. De overledene wordt
niet begraven, terwijl de familieleden nimmer meer het huis betreden,
waarin de zieke is gestorven. Het vinden van het geraamte boven
bedoeld liet zich hierdoor verklaren.
Een van den heer van Schelle afkomstige houten pijp, die bij de
overvalling van de le expeditie was verloren geraakt, werd in een
der huizen gevonden, waardoor het overtuigend bewijs was geleverd,
dat de bewoners van Do eveneens medeplichtig waren geweest aan
bovengenoemde overvalling, ofschoon zij zich daarvan trachtten vrij
te pleiten.
Wij dachten ook hier tinnen voorwerpen of iets van dien aard
aan te treffen, doch vonden daarvan geen spoor. Yele en groote
steenen van vulkanischen oorsprong, welke loodrecht geplaatst of
horizontaal op elkander waren gestapeld, werden in de kampong opge
merkt. De staande steenen zijn de kenteekenen van begraafplaatsen
van mannen en de liggende, die van vrouwen, doch ook alleen van
voorname en aanzienlijke personen.
Een uur nadat de colonne zich in de kampong had gelegerd, werd
zij verontrust door in den omtrek rondzwervende Rokka's, meestal
uitgewekenen van Do, die eenige schoten in de kampong losten.
Eene patrouille onder den len luitenant Geluk, uitgezonden om
den waterweg te zoeken, werd eveneens -beschoten. Zij ontdekte
tijdig op 150 M. achter de kampong Do, op eene verhevenheid
eene borstwering van ongeveer 15 Meter vuurlijn, bestaande uit eene