233 Met dat al hadden wij ook toen onze vroolijkmakende traditiën uit dien ouden „mallen" tijd, alléén wachtten wij er ons voor, ons daarover vroolijk te maken in tegenwoordigheid van ouden van dagen. De traditioneele hooge stropdas, waarin weleer een s'evig stuk leer stak, om de kin hoog te dragen (wij hadden een nieuw model, waarin varkenshaar dezelfde functie deed) lag reeds in een lang vervlogen tijdperk achter ons en geen onzer had dus last van eelt- vorming op-en rondom den Adamsknobbel, nu geen stuk zoolleer meer daartegen aanschuurde. De zware emmer, die als hoofddeksel diende, de nauwe jasmouwen en wijde broekspijpen, zij allen waren reeds den weg der vergetel heid op. Maar!wat wij behalve den vroolijkmakenden snit der oude uniformen, iusgelijks spoedig als „overlevering" leerden kennen, en waarvan wij slechts een hoogst nuttig gebruik konden maken, dit waren de traditiën van tucht, van orde, van subordinatie, van zindelijkheid, van eerbied voor onze meerderen, van „militaire raideur", van het soldaat zijn de coeur et d'ame. Een jonge man teekende toen ook niet voor 1 of 2 jaar, om het eens met ons te probeeren, maar verbond zich vuor niet minder dan 6, dikwijls ook 10 en 12 jaar, soms voor zijn gansche leven. Nagenoeg ieder jongmensch begaf zich toen in militairen dienst uit vocatie (wij spreken alleen van vrijwilligers), om in den dienst te blijven en te vergrijzen. Bij de kadervorming voorts gold slechts „buiten straf blijven, in de puntjes exerceeren en letterlijk de reglementen kennen", een voor schrift dat thans ook door menig jongere voor zeer slecht zal gehouden worden, doch dat dan toch dat goede had, dat het kader veel beter, zijn beroepsplichten kende dan thans. Voorts werden bij het regiment, waarbij wij onze eerste militaire schreden zetten, aan onderofficieren, korporaals en vice-korporaals de signalen driestemmig (bas, tenor en discant) beoefend met de op elk signaal, voor tirailleeren, inwendigen- en garnizoensdienst toe passelijke woorden en gevalt het, dat wij die signalen 35 jaar na dato nog kennen met het liedje er bij. Hoe of toen in die dagen de velddienst in eere stond, een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 244