237 Wij zien volstrekt niet voorbij het goede, dat de nieuwe tijd ook in ons militair huishouden gewrocht heeft, dat vele dingen voor iets beters hebben plaats gemaakt. Maar wèl wilden wij te kennen geven, dat er meermalen ten on rechte op de oude militaire instellingen en begrippen van dien tijd wordt gesmaald, en dat er uit dienzelfden tijd ook wel wat goeds over boord is geworpen geworden, dat men had moeten houden. Het komt ons onder verbetering voor, dat wij in den tijd van stoommachines en electriciteit wel eens een enkelen keer hebben meegehold, heden verwerpende, wat gisteren werd ingesteld. De militaire reglementen en dienstvoorschriften worden vaak vervangen, vóór en aleer men den tijd heeft gehad, de oude in het hoofd te prenten. Instellingen, heden opgericht, zooals de iufanterieschietschool, worden ten doode opgeschreven, vóór en aleer er tijd was, de goede werking er van te kunnen constateeren. Algemeene orders, korpsorders, worden bij tientallen door wijzi gingen, ampliatiën en interpretatiën gevolgd, nog vóór dat het oor spronkelijk voorschrift in den Molukschen Archipel aangekomen is. Stelsels van oorlogvoering hoopen zich te 's Gravenhage, Batavia, Buitenzorg, Kota Radja en andere plaatsen op, om elkaar te ver dringen vóór de goede werking van het vigeerend stelsel behoorlijk was te ouderkennen. Daarbij niet zelden eene zucht tot critiek van- en over bestaande toestanden, gepaard gaar.de met een tastbaar gemis tot competentie van oordeelen, volgens sommigen de welig tierende plant van scholen die „Hoogere Burgers" kweeken. Voorts eene gestadige neiging van het lagere niveau van militaire kunde (over elementaire wetenschap hebben wij het niet, wèl over de toegepaste) om zich ontijdig op te heffen tot het hoogere niveau der ouderen, die ja! een treurig figuur zouden maken in beschrij vende meetkunst, zoölogie, mineralogie en andere giën, maar door hun vele ervaring en toegepaste militaire kennis een beduidend ka pitaal van militaire geschiktheid vertegenwoordigen, zoo te velde als in het garnizoen. Een oud-Hoofdofficier.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 248