- 13 - Alvorens van het rookzwakke kruit af te stappen, wil ik even nagaan wat Hebler hieromtrent zegt. Volgens hem kan men het rookzwakke kruit verdeelen in twee hoofdsoorten en wel naar den vorm van de korrel. 1°* Het Bladkruit zijnde dunne vierkante blaadjes of soms in bij zondere gevallen ook kleine staafjes. 2°. Het Korrelkruit zijnde onregelmatige brokstukjes of kogeltjes. Tot de eerste soort behooren n Het Fransche bladkruit van 0.3 mM. dikte en 3 mM. in 't vierkant; b Walsroder id. W.G.P. id. idem; c. Spandauer id. id. en 1 mM. in 't vierkant; d. Staafkruit van Avigliana, de staafjes zijn 1 mM. lang. Tot de tweede soort behooren: iHet Oostenrijksche kruit van Majoor Schwab, onregelmatigen vorm, doch de juiste grootte niet bekend; b. Het S-kruit (de naam van den uitvinder is een geheim) circa 0.4 mM. in middellijn; p. Het Kallivoda-Heblerkruit (K.H.P.) heeft den kogelvorm en circa 1 mM. in doorsnede. Kaliber. Trekken. Diepte. Spoed. Kogelge wicht. LADING. Vo in Meters. mM. 8 4 0.175 232 15.8 gr. 2.6 gr. 2.65 2.70 Walsroder 611 618 631 7.6 4 0.2 240 14 2.25 2.45 Wetteren PL 631 654 6.5 4 0.1 210 10.5 2.1 geglansd Oos tenrijk Nobel. 2.35 Italiaansch No bel. Avigliana 743 770

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 24