541 structie voor zich zeif distilleeren en dat geeft natuurlijk aanleiding tot verschillende opvattingen, hetgeen m, i. altijd verkeerd is. Eén enkel voorschrift, waartegen niet verder valt te redeneeren, dat is dunkt mij, wat wij noodig hebben. Het ligt niet op mijn weg zoo'n instructie samen te stellen, die trouwens, zonder dat zij van hoogerhand vastgesteld was, van nul en geener waarde zou zijn. Ik hoop echter hiermede de aandacht gevestigd te hebben op een waarlijk belachelijken toestand. Verder hoop ik de toekomstige detachementscommandanten een dienst te bewijzen door in het hieronder volgende, eene beschrijving te geven van de behandeling van een detachement suppletietroepen na debarquement, voorzoover zij daarmede bemoeienis hebben en door eene opgave te leveren van de stukken die zij na aankomst moeten indienen en die dus reeds aan boord moeten opgemaakt worden. De detachementen debarqueeren of te Padang of te Tandjong-Priok. Van deze laatste zijn enkele detachementen geheel bestemd voor het p Depotbataljon te Meester-Cornelis, de overige komen ter nadere indeeling bij het Subsistenten-kader te Batavia. Bij aankomst te Tandjong-Priok wordt het detachement afgehaald door den plaatselijken adjudant van Batavia. Als de detachementscommandant nu maar gezorgd heeft, dat het detachement gekleed en gereed is en dat de goederen uit het ruim zijn opgehaald, dan marcheert alles als van een leien dakje. De detachementscommandant geleidt het detachemeut naar het spoor wegstation en laat daarna de goederen halen de plaatseljjke adjudant zorgt voor de rest, zoodat het detachement bijtijds in den trein heeft plaats genomen. (1) (1) Ik vermeen dat hier een woord van hulde aan het adres van den tegenwoordigen Plaatselijken Adjudant van Batavia, den len Luitenant A. de Leur, niet misplaatst is. De hulpvaardigheid in persoon, is hij bekend bij verreweg het grootste gedeelte van het officierskorps en bemind hij allen die hem kennen. Met opoffering dikwijls van veel tijd, is hij steeds bereid de pas aangekomenen met raad en daad bijtestaan, hetgeen vooral voor jonge officieren die hier geheel vreemd zijn en voor officieren die met familiën reizen van het grootste belang is. Ik hoop dan ook voor de toekomstige detachementscommandanten en officieren mede- geleiders en voor zooveel anderen nog, dat de heer de Leur vele jaren in zjjn tegen woordige betrekking gehandhaafd moge bljjven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 252