264
De goede verkenning vormt de voornaamste voorwaarde voor een
gelukkig gevecht even goed als voor een verstandigen terugtocht.
Zij vermeerdert de kansen voor het succes en vermindert die voor
het échec.
Het voorschrijven nu van de punten, waarop bij de verkenning
gelet moet worden en het eischen dat bij elke gevechtsexercitie op
al deze punten zal worden gelet, is een van de middelen om te ver
krijgen, dat te dezen opzichte in het werkelijke gevecht het minst
zal worden verzuimd.
Gelukkig bezit ons leger in de terreinleer eene uitstekende hand
leiding voor de verkenningen. Toch komt mij het voorbeeld van
Frankrijk en België, om de gevechtsverkenningen in het gevechts
voorschrift op te nemen, zeer navolgenswaardig voor.
Het Belgische voorschrift begint met de verkenning van een te
verdedigen stelling en zegt, dat deze ten doel heeft de waarschijnlijke
aanvalsrichtingen van den vijand op te zoeken en na te gaan welke
maatregelen genomen moeten worden om de aanvallen uit die rich
tingen af te slaan.
De verkenning moet de voordeelen der stelling doen uitkomen,
beide, voor den verdediger en voor den aanvaller. Zij strekt zich
uit over de voorname punten in front, in de flank en op de toegangen,
over de gemeenschapsmiddelen naar voren en naar achteren en over
den terugtochtsweg.
Om de meest waarschijnlijke aanvalsrichting uit te vorschen gaat
men voor alles na, of zich in of nabij de stelling een punt bevindt,
waarvan het bezit voor den vijand van veel belang is, hetzij doordien
het de stelling domineert, of den terugtochtsweg bestrijkt of dat het
ligt in de richting van waar de vijand versterking kan verwachten.
Op dezelfde wijze wordt bij den aanval gewezen op het bepalen
van de aanvalsrichting als hoofddoel van de verkenning, die evenals
bij de verkenning van een te verdedigen stelling den z. g. „sleutel"
der stelling tracht te zoeken. Bovendien tracht men daarbij te weten
te komen de sterkte van den vijand, de zwakke punten der stelling
en den vleugel, waartegen de frontaanval moet geschieden. Eindelijk
moet men daarbij den eigen terugtochtsweg en dien van den vijand
trachten te bepalen.