-267
de mogelijkheid van omvatting -of omtrekking en de gewichtige punten
in en nabij de vijandelijke stelling.
Voor zijn persoon kan de bevelhebber in den regel niet veel meer
doen, dan plaats te netnen op een punt van waar hij het gevechts
terrein zoo goed mogelijk kan overzien en zich verder te bepalen tot
het aanteekenen op de kaart van de resultaten der verkenningen van
zijn ondergeschikten, en van de richtingen, waarin hij gedeelten van
zijn troepen heeft uitgezonden.
Het zich voor de verkenning ver verwijderen van zijn troep, acht
ik voor den bevelhebber eene fout, vooral bij het gevecht tegen den
ïnlandschen vijand.
Het aanteekenen van bekomen berichten en van de sterkte van
uitgezonden troepen, alsmede van de richting waarin deze uitgezonden
werden, is vooral bij groote afdeelingen noodzakelijk als middel om
het geheugen te hulp te komen.
Andere stafofficieren zoeken nu in verbaud met de kaart de ge
wichtige punten iu en nabjj de vijandelijke stelling; de commandant
der artillerie op dezelfde wijze de beste batterijstellingen.
De commandant der voorhoede verkent het deel der vijandelijke
stelling, dat onmiddellijk vóór hem is gelegen en bezet daar eventueel
gelegen gunstige punten, wacht zich echter wel voor een te snel
opdringen, omdat dit aanleiding zou kunnen geven dat de tijd voor
de verkenning zeer wordt beperkt.
Aan adjudanteu kan de bevelhebber het verkennen van minder
gewichtige punten opdragen, b.v. die waar de munitiecolonne, am
bulance en trein zullen komen. Dikwijls heeft de bevelhebber deze
al gedurende den marsch doen verkennen, daar hij, zoodra een aan
raking met den vijand kan verkregen worden, verplicht is om het
terrein, naarmate voorwaarts gemarcheerd wordt, voor zooveel moge
lijk te verkennen alsof hij reeds contact met den tegenstander had.
De opstellingsplaats van de eigen reserve wordt mede door den
bevelhebber zelf of den chef van den stat verkend.
Ten einde de vijandelijke artillerie-opstellingen te weten te komen,
is het meestal noodzake'ijk dat de eigen artillerie het vuur opent,
desnoods voorloopig op punten, die men weet dat door de vijandelijke
infanterie bezet zjjn.