27? bestaat, dat de schutter de vuurbewegingen nog eenigen tijd met ongela den geweer voortzet, komt mij zooal niet gezocht dan toch onduidelijk voor. Immers, dat argument geldt ook voor het geval de magazijnen van alle geweren vol zijn op het oogenblik dat het noodig is om tot afwending van dadelijk gevaar zoo snel mogelijk te vuren en zoo beschouwd, wordt gemakkelijk ingezien, dat het in het tweede reeds ligt opgesloten. Ik constateer met genoegen, dat de heer Breijer de vuursnelheid van het proefgeweer, als enkellader gebruikt, dat is ook de vuur snelheid van ons Beaumont-geweer, voor het gewone gevecht met den Inlandschen vijand voldoende acht (eerste argument). Kwam het hem niet noodig voor, dat in sommige gevallen, als„voor het afslaan van onverwachte aanvallen met hel blanke wapen" (blz. 432), „in oogen- blikken van dadelijk gevaar„wanneer onze troepen in het bijzon der blootstaan aan plotselinge aanvallen van een vijand, die uit een hinderlaag te voorschijn springt en met groote doodsverachting strijdt eene grootere vuursnelheid toegepast wordt, dan zoude hij blijkbaar geen laadmechanisme wenschen, dat eene grootere vuursnelheid toelaat dan met ons Beaumont-geweer te verkrijgen is. Wat mij betreft, ik heb van het repeteer-mechanisme voor den oorlog met den Inlandschen vijand steeds afkeer gehad; mijne voornaamste motieven daarvoor zijn in het eerste argument hierboven opgesomd in 't kort, het heeft mij altijd toegeschenen, dat de schietjuistheid minstens omgekeerd evenredig is met de vuursnelheid en dat het bij de vecht- wijze van den Inlandschen vijand veel meer aankomt op schietjuistheid dan op vuursnelheid. Ik kan ook geene gevallen bijbrengen, waarin het te bejammeren is geweest, dat onze infanterie niet van een repeteer geweer voorzien was. Ik heb echter onder één voorwaarde (straks te noemen) met de laadinrichting van ons proef-magazijnsgeweer vrede leeren krijgen en wel, omdat de arbeid, die te verrichten is, of de tijd, welke verloopen moet tusschen het afgeven van twee schoten (met patronen uit één magazijn) bij dat vuurwapen niet veel minder is dan bij ons Beaumont- geweer, terwijl verder het laden vaD hetproefgeweer met een magazijn ongeveer even lang duurt als dat van het Beaumont-stelsel met een Dl. II, 1893. 18

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 288