290
dat het doel niet tot op den afstand kon worden benaderd, waarop
van den mortier uitwerking kon worden verwacht.
Den llen Juni, dus den dag volgende op de bovenvermelde gebeur
tenissen, toen een transport met onbevrachte dwangarbeiders onder
den 2en Luitenant Smit Sibiuga van Do afmarcheerde naar Wawa, werd
het plotseling beschoten door eenige in hinderlaag liggende Rokka's.
Deze hinderlaag had echter niet veel voldoening van haar werk; immers
hare aanwezigheid werd bijtijds ontdekt en door den voortroep aan
gevallen, werd zij ook met behulp van een uit Do ter assistentie afgezon
den detachement op de vlucht gedreven.
In de terugtrekkende vijanden, die in den omtrek van het bivouak
plotseling als paddenstoelen verrezen, werden de witkoppen van den
vorigen dag herkend. Aan eene vervolging viel niet te denken
wegens het ongeëvenaard terrein, dat hier eene aaneenschakeling
vormt van diepe ravijnen en steile bergwanden, en welker kronkelpaden
en overgangen slechts aan den vijand bekend waren. De bezetting
van Do nam echter de kans waar om de vluchtenden te beschieten,
waarbij naar gissing een 8 tal dooden en gewonden werden gemaakt.
Hierop gingen een paar dagen in ongestoorde rust voorbij, welke
benut werden om het bivouak in verdedigbaren toestaud te brengen
en den troop eenigszins te doen bekomen van de afmattende diensten
van deu laatsten tijd.
Groote bezwaren werden hier ondervonden om het drinkwater, dat
eenige Uonderden Meters beneden Do te vinden was, boven te krijgen.
Aan het ophalen van kook- en drinkwater ging dan ook vrij wel
een groot deel der iransportkrachten verlorenwant twee malen
daags moest dit met plus minus een honderdtal dwangarbeiders gebeuren.
Men oleef niet in gebreka iulichtingen in te winnen omtrent Eko-
feto en Wolo-wioe, welke plaatsen van uit Do nog niet konden worden
waargenomen. De gidsen Ladja en 'Mbéhi hierover ondervraagd,
wezeu ons een hoogen bergrug en zeiden dat die bergrug moest worden
overgetrokken, wiide men in Eko-feto en Wolo-wioe komen.
Hier was 't dus voor het eerst, dat wij eenigszins stellige berichten
kregeu omtrent de ligging der vijandelijke kampongs nooit hadden wij
gedacht dien hoogen bergrug te behoeven overschrijden. Welke eeue
deerlijke teleurstelling!