297
In afwachting van den afloop der onderhandelingen, werd den
7en Juli met eene macht ter sterkte van 120 bajonetten en de sectie
bergartillerie onder commando van den majoor Collard naar Watoe-
loko opgerukt tot het vestigen eener vierde étape.
De marsch, die om 4 ure v. m. bij maanlicht aanving, werd
aanmerkelijk vertraagd door de muildieren, die zich moeilijk langs
het smalle bergpad kunnende bewegen nu en dan afgleden en soms
in het naaste ravijn terechtkwamen. Met veel moeite werden die
koppige dieren dan weder opgehaald en op nieuw bepakt, zoodat
hiermede veel tijd verloren ging.
De bewering, dat de bergartillerie zich overal en gemakkelijk
kan bewegen, waar de infanterie komt, moest in dit bergachtige ter
rein worden gelogenstraft; de commandant der Zuid-Flores sectie zal
de eerste zijn om dit te erkennen.
Om 6 ure v. m. stonden de voorste troepen op 150 M. van
Watoe-loko verwijderd, welke kampong na gedane verkenning
verlaten bevonden zijnde, werd binnengerukt. Gedurende den tocht
werd niets van den vijand bespeurd. "Watoe-loko werd ge
schikt geacht voor de vestiging eener vierde étape en alzoo beslo
ten alhier te bivouakeeren. Voor de artillerie was het bezetten
van deze hoogte met het oog op het beschieten der versterking
op de Sè-Kèngè van veel gewicht. Zij begon zich dan ook da
delijk in te schieten, doch moest dit werk staken wegens een dikken
nevel, die over den kam van het hooggebergte neerstreek en het
omliggende terrein in een dichten sluier hulde.
Alvorens verder te gaan, eene kleine beschrijving van de kampong
Watoe-loko.
Watoe-loko, volgens de taal van het land „Staande steen" be-
teekenende, is een verlaten kampong op 1000 Meter boven de
oppervlakte der zee verheven en omringd door eene natuurlijke
heg van dicht bijeengegroeide zware bamboe betong, waarvan sommige
aan het dikste einde een omtrek hadden van 90 cM.
Een in vroeger jaren geheerscht hebbende pokken epidemie had de
bewoners deze plaats doen verlaten, om zich elders metterwoon te ves
tigen. Men vond hier nog de overblijfselen van vroegere begraafplaatsen,
bestaande in de reeds gemelde rechtopstaande en liggende steenen.