298 Iü de nabijheid van Watoe-loko werden de kampongs Loko-pa- kè en Wolo-pada aangetroffen. Eerstgenoemde kampong telde een vijftal huizen, doch deze waren op de nadering der troepen verlaten in de laatstgenoemde hadden de meeste vluchtelingen van Do een goed heenkomen gezocht, zich daar veilig wanende met het oog op Wolo-pada's hooge en gunstige ligging, bijna geheel omringd door diepe ravijnen. Een paar honderd Meters beneden Watoe-loko stroomde een helder frisch beekje en in de vallei die als 't ware omsloten werd door Watoe-loko, Wolo-pada en Loko-pakè stonden een aantal oranje- boomen in vollen bloei, de eerste eetbare vrucht, die wij op Elores te zien kregen. Had bij onze aankomst des morgens, Watoe-loko het aanzien van eene groote woestenij met bijna ondoordringbare alang alang begroeid en strekte het tot schuilplaats aan wilde zwijnen en ander schadelijk gedierte, vóór het vallen van den avond was alles geraseerd en ston den de noodige schuiltenten en afdakjes met alles wat er bij zoo'n bivouak behoort. Voor het verrichten van een en ander was de aan wezigheid van de groote hoeveelheid bamboe van groot nut. Een paar uren na de aankomst der troepen te Watoe-loko, wer den wij eenige lieden gewaar, die, voorzien van witte vlaggen, een na bij de versterking gelegen bergrug afdaalden. Het bleek ons weldra, dat het de onderhandelaars van Bolonga waren, die de tijding mede brachten, dat Ango-Molo, beducht voor de groote macht, zich wenschte te onderwerpen en als teelten hiervan een karbouw aan de kompanie toezond. Aan het hoofd van Bolonga, Podjo genaamd, een man die later in de tinexpeditie-quaestie een voorname rol zou spelen, werd te kennen gegeven, dat indien Ango-Molo met de zijnen den volgenden morgen om 8 ure niet in het bivouak voor den Resident verscheen, een begin zou worden gemaakt met het beschieten der versterking en hunne hierachter gelegen kampongs Eko-feto en Wolo-wioe. Met de bekomen opdracht gingen de onderhandelaars denzelfden middag naar Ango-Molo terug. Den volgenden morgen op het vastgestelde uur verscheen deze niet, de stukken werden toen in batterij gebracht en een aanvang gemaakt met het beschie ten der versterking, welke bleek 1950 Meter van Watoe-loko te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 309