304
reeks van bergtoppen en bergruggen op den achtergrond gewaar
werden? Een groote teleurstelling voorwaar!
De versterking bestond uit eene rechte borstwering, op de vleugels
eenigszins omgebogen, om van hieruit de naar die flanken leidende
voetpaden te kunnen waarnemen en bestrijken. Zij had eene vuur
lijn van ruim 300 passen en bestond uit twee rijen dicht aaneengesloten
palissaden van aangepunte bamboe betong, welke op 1 Meter onder-
lingen afstand achter elkander waren geplaatst. De tusschenruimte was
tot op eene hoogte van 1 Meter met zware kleiaarde opgevuld en
daarna stevig aangestampt. Op verschillende afstanden achter de borst
wering waren verhoogiDgen bij wijze van banketten aangebracht om een
beter gebruik te kunnen maken van de werplansen, die bij honderden
boven de palissadeering uitstake i en als reservewapens moesten dienst
doen. Door de borstwering zelve stak een twintigtal bamboe schietko-
kers uit, alle gericht op de voetpaden, die naar den bergkam leidden.
Op 10 passen afstands achter de borstwering trof inen een twaalf
tal kleine wachthuizen aan, welke als 'twaie met het dak op den
grond rustten en gediend schenen te hebben als schuilplaatsen der
vaste bewakers van de versterking. Ook hierin vond men een groot
aantal bamboezen werplansen en groote steenen.
Allerlei van hout en bamboe vervaardigde symbolische teekens
en figuren, versierden de kruin der borstwering.
De plaats, waar de versterking was opgeworpen, kon niet beter
gekozen zijn en zonder voorafgaande beschieting door artillerie zoude
zij zeker niet zijn te nemen geweest. Zonder slag of stoot werden
wij meester van de versterking, een werk waaraan door meer dan
300 menschen gedurende eenige weken dagelijks was gearbeid.
Ruim een half uur na het binnenrukken der versterking door de
colonne Collard, kwam ook de compagnie Cranen aldaar aan. Den berg
kam overschreden hebbende, komt men langs verschillende goed be
gaanbare voetpaden in een prachtige vallei en ziet men recht voor
zich uit de bewuste kampongs Eko-feto en Wolo-wioe, respectievelijk
op 20 en 25 minuten van den kam verwijderd, en zich als twee groote
oasen te midden eener groote en golvende grasvlakte vertoonende.
Een riviertje met steile rotsachtige wanden slingert zich tusschen
beide kampongs en bepaalt tegelijkertijd hare grenzen.