305 Geheel omgeven door dichte bamboebosschen en aan den buiten kant omgord door eene reeks van kleine rijst- en djagongschuuitjes, kon de ligging dier beide kampongs niet anders dan schilderachtig heeten. Wij waren dan ook vol bewondering over het prachtige tafereel, dat ons verraste bij het overschrijden van de Sè-Kèngè. Deze groote vallei, als men haar zoo noemen mag, is geheel omsloten door eene aaneenschakeling van bergtoppen en bergruggen, waarop en waartegen ettelijke kampongs zijn gebouwd. In deze vallei ligt ook de ons bevriende kampong Bolonga, door het riviertje Soro-té-i van Eko-feto gescheiden. Terwijl wij op den bergpas in stelling stonden, werden eenige lieden, waaronder het hooi'd van Wolo-wioe, naar diens kampong gezonden om de bewoners aan te manen zich rustig te houden, daar hun geen leed zou worden aangedaan. Niettegenstaande deze bood schap werd er eene buitengewone drukte in de kampong waargeno men en langzamerhand zagen wij mannen, vrouwen en kinderen die kampong verlaten, met medeneming van have en goed. Het afge zonden hoofd van Wolo-wioe kwam niet terug, evenmin de gids Ladja, die hem tot gezelschap was medegegeven. Na eenig beraad, waar het bivouak zou worden betrokken, werd het sein gegeven tot voor waarts gaan en de richting gehouden op Wolo-wioe, aangezien wij ons op het voetpad bevonden dat daarhenen leidde en de kampong, naar het scheen, verlaten was. Met inachtneming der veiligheidsmaatregelen werd de kampong door de troepen betreden en terwijl de patrouilles bezig waren de verlaten wijken en huizen te doorzoeken, stiet zij onverwachts in een dezer wijken op eenig gewapend volk, 25 man sterk, onder wie een drietal te paard, die eene vijandige houding aannamen althans wij werden met opgeheven klewangs bedreigd. De tolken, die naar voren werden gezonden, om de lieden te beduiden, dat zij de kom- panie ongestoord haren weg moesten laten vervolgen, werden bedreigd. Enkele heethoofden wilden niet naar rede luisteren en legden hunne geweren op ons aan. De tolken, hierdoor bevreesd, maakten rechts omkeert en liepen naar ons terug. Op hetzelfde oogenblik echter naderde een grijsaard, geheel onge wapend en met de beide armen over de borst gekruist, de onzen, Dl. II, 1893. 2q

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 316