30?
Boden van Bolonga, welke op aanwijzingen van Ango-Molo de
schuldigen moesten opsporen, keerden onverrichterzake terug met
de mededeeling, dat deze waren gevlucht en hun spoor nergens was
te ontdekken.
Daar onder deze omstandigheden van verdere onderhandelingen
toch geen uitkomsten waren te verwachten, kwam de mijningenieur
van Schelle aan het woord en werd Podjo, onze tusschenpersoon,
met bet hoofddoel der expeditie, n. 1. het zoeken naar tin, bekend
gemaakt. Podjo noemde de plaatsen Moende-poma en Soa als de
vindplaatsen van tin, doch wilde ons niet tot gids dienen, voorgevende
in die streken onbekend te zjjneen voorwendsel evenwel, dat hij
slechts te baat nam om zich van de zaak af te maken. Hij beloofde
vóór zijn vertrek uit het bivouak aan den Resident, om het hoofd van
de kampong Ba djawa tot onze belangen over te halen.
Wordt vervolgd).
P. G. SCHMIDIIAMER.