21 „Vormen en grondregels moeten den aanvoerders en manschappen in vleesch en bloed overgaan, doch boven deze staan de moreele factoren tucht, moed en vastberadenheid in het gevaar". Over het algemeen munten de Zwitsersche gevechtsvoorschriften uit door zakelijkheid en beknoptheid. f. De Oostenrijksche gevechtsvoorschriften. - Deze komen voor in het 2e deel van het exercitiereglement van 1889. Ze beginnen met te constateeren dat het vuurgevecht het hoofd strijdmiddel van de infanterie is en dat de gesloten orde voornamelijk dient voor de teruggehouden afdeelingen en daar waar het noodig is plotseling een krachtigen stoot toe te brengen. Daarna geeft het eenige algemeene aanwijzingen betreffende het gevechtsdoel, het gevechtsplan, de gevechtsleidiug en de maatregelen vóór het begin van een gevecht te nemen, verder over de frontuit breiding en de opstelling in de diepte, waarbij o.a. gezegd wordt dat de reserven, zoolang de gevechtsverhoudingen nog onzeker zijn, achter het midden moeten opgesteld worden. Bij den aanval wordt een energiek, bij een rencontregevecht een bedachtzaam optreden tegen een in stelling zijnden vijand voorge schreven, verder gewezen op het kiezen van een aanvalsrichting en op de voorbereiding van het infanterievuur door de artillerie. Bij de doorvoering van den aanval worden de beste formatiën aangege ven, die aangenomen moeten worden ongeveer tusschen 1600 tot 800 M. en tusschen 800 tot 400 M. Op 400 M. ongeveer begint de eigenlijke aanval, nadat de vijand door artillerie- en infanterievuur geschokt is. Het bevel tot den storm wordt door den algemeenen bevelhebber gegeven. Bij de vervolging wordt tegen het doelloos naloopen van den vijand gewaarschuwd. Bij de verdediging wordt gezegd, dat deze, om resultaten te verkrijgen, met een aanval moet gepaard gaan, verder gewezen op schootsveld, vrijheid van beweging, bescherming van flanken, uitzenden van gevechtspatrouilles, verdeelen in strooken, die aan zelfstandige afdee lingen ter verdediging worden aangewezen, achterhouden van eene hoofdreserve, enz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 32