323
Wij eindigen met hier een concept te laten volgen van de schiet-
regels, zooals zij volgens de hier ontwikkelde beginselen zouden
kunnen luiden.
Het eerste schot met de opzethoogte voor den afstand, als deze
in de schootstafel voorkomt; zoo niet, dan met de geïnterpoleerde
opzethoogte voor het meest nabijliggend veelvoud van 25 M.
Valt het eerste schot vóór of achter, dan de opzethoogte zooveel
vermeerderen of verminderen, als in de kolom „correctie voor de
le grens" is opgegeven en deze correctie zoolang toepassen, tot een
schot in tegengestelden zin van het voorgaande is waargenomen.
Daaroa tusschen de twee laatste schoten viermaal halveeren, waar
door de opzethoogten der nauwe grens worden gevonden. Is met
zekerheid waargenomen, dat de afwijking van een dezer schoten ten
opzichte van het doel gering is, bijv. bij een treffer, dan de opzet
hoogte met of T1B- der le grens verminderen of vermeerderen, ten einde
zoo spoedig mogelijk tot de opzethoogten der nauwe grens te geraken.
Daarna het laatste schot der nauwe grens herhalen. "Valt dit in
tegengestelden zin van het vorige met dezelfde opzethoogte, dan hier
mede doorvuren zoo niet, dan doorvuren met de opzethoogte van
het andere nauwe grensschot.
Bij voortgezet vuur om de drie schoten het vuur controleeren.
Is dan het aantal schoten in een bepaalde richting kleiner dan een
derde van het geheele aantal, dan vooruit- of teruggaan met de
nauwe grens.
Bij het vuren met eene nieuwe opzethoogte den bovenstaanden regel
blijven volgen, met dieu verstande nochtans, dat men zooveel schoten
meer of minder in eenige richting mag hebben als het aantal con
troleeringen in de vorige groep bedraagt.
Is reeds eenmaal gecorrigeerd en wordt later correctie in tegen
gestelden zin noodzakelijk, dan doorvuren met eene tusschengelegen
opzethoogte; de schoten der beide vorige groepen beschouwen als
hiermede te zijn gedaan en verder deu eersten regel toepassen.
De eerste twee schoten met eenige opzethoogte der nauwe grens
blijven bij het voortgezette vuur buiten beschouwing.
J. U. tan Loon.
le Luit. der Artillerie.