EENIGE BESCHOUWINGEN OMTRENT HET
TWEEGEVECHT.
Ongeveer dertig jaar geleden zag het er in het Indisch leger, in
zake het duelleeren, geheel anders uit als thans.
Het tweegevecht was toen, den ganschen archipel door gerekend,
als het ware aan de orde van den dag en niet vele kapiteins waren
er te vinden, die in hunnen luitenantstijd niet reeds zulk een zaakje
te beredderen hadden gehad.
Een le luitenant o. a., met wien wij bij eene en dezelfde com
pagnie dienden, had in de twee jaren te Sgesleten, maar!
elf duels gehad en een doodslag, althans eeue zware verwonding, die
binnen acht dagen tijds den dood ten gevolge had, werd in een ander
gewest, waarheen hij was overgeplaatst, par ordre van zijnen mili
tairen commandant ingeboet metacht
dagen streng arrest.
Die goede?? oude tijd! Sedert evenwel is die toestand zoo zéér
ten gunste veranderd, dat men slechts nu en dan nog van een duel
hoort spreken de epidemie kan dus als geweken worden beschouwd,
alleen doen zich nog sporadische gevallen voor.
Dochnog zeldzamer dan het nu
reeds is, zoude het tweegevecht onder officieren worden, wanneer slechts
de secondanten steeds handig optraden, niet onnoodig de zaak em-
brouilleerden en niet onoordeelkundig te werk gingen.
Wij achten ons tot deze uitspraak gerechtigd, omdat wij binnen
de vijf jaren tijds, gedurende welke wij een korpsbevel voerden, het
driemaal ondervonden hebben, hoe jonge officieren er vaak nuchtere
ideeën omtrent het houden van een tweegevecht op nahielden en zij,
wel beschouwd, ten eenenmale er niet toe berekend schenen te zijn,
een cliënt in deze naar behooren te secondeeren.
Het komt ons daarom nuttig voor, in dit opstel een weinig in