325 de geheimenissen der gebruiken bij het duel door te dringen, opdat zij, die daaraan wellicht eenige behoefte gevoelen, er het een en ander uit kunnen leeren, onder anderen, hoe zij, te gelegener tijd als secondant moetende fungeeren, daarbij niet te werk moeten gaan. Zooals bekend is, bestaan ten onzent evenmin als bij andere buurnatiën, officieele, algemeen geldende voorschriften omtrent de regels, die bij een tweegevecht moeten in acht genomen worden, doch wel bestaan er zeer enkele handleidingen, wegwijzers als men wil, waarin de gebruiken van het duel zijn opgeteekend, die van het eene geslacht bij overlevering op het andere zijn overgegaan. Zoo bestaat er b. v. in Duitschland een boekje „die Couventio- nellen Gebraüche beim Zweikampf;" desgelijks in Frankrijk een „Essai sur le Duel" van graaf Chateauvillard, met medewerking van Fransche generaals en admiraals gemaakt en door 100 der voor naamste Fransche edellieden van dien tijd (1886) onderteekend en heeft sedert eenige jaren ook een Nederlander, een zekere Joachim, een „Gids in zaken van Eer ten dienste der officieren" saamgesteld. Aan dien Gids zullen wij hierna het een en ander ontleenen, dat, naar het ons voorkomt, ieder officier behoort te weten. Elke uitdaging tot een tweegevecht moet haren grond vinden in eene beleediging, die, geklassificeerd als zij wordt, eenvoudiggrof of van de zwaarste soort kan zijn. Eene eenvoudige beleediging wordt grof, als er beschimping door scheld- of smaadwoorden plaats grijpt, en van de zwaarste soort, als er klappen of slagen gevallen zijn. Hij, die het eerst beschimpt wordt, is altijd de beleedigde, zelfs dan, wanneer hij die beschimping heeft ontvangen in antwoord op eene een voudige beleediging, die hij zelf den ander te voren heeft toegediend. Evenzeer is hij altijd de beleedigde, die den eersten klap ontving, ook dan, als hij dien klap ontvangen heeft voor eene beschimping, welke hij te voren zijnen tegenstander heeft toegediend. Brengt evenwel de beschimping het geheele zedelijke bestaan van iemand in gevaar, zooals bij onware beschuldiging van „valsch spelen, van bedrog, van diefstal, van verleiding van vrouw of dochter, dan wordt zoodanige beschimping gelijk gesteld met de beleediging door

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 336