326 een klap, dus met die van de derde en zwaarste soort. (1) Niet de uitgedaagde, maar de beleedigde heeft ten allen tijde de keuze der wapens. Bij beleediging door beschimping mag de beleedigde ook de soort van het duel en bij beleedigingen door een klap almede den afstand, waarop geschoten zal worden, bepalen. In het laatste, zeer ernstige geval is het den beleedigde zelfs geoorloofd, zijn eigen wapens ook het pistool met getrokken loop te gebrui ken, doch meteen verleent hij dan aan zijnen tegenstander dezelfde rechten. Een schuldeiseher behoeft eene uitdaging van zijnen schuldenaar niet aan te nemen. Neemt een beleedigde de hem door den beleediger aangeboden verontschuldiging niet aan, dan verliest hij zijne rechten als zooda nig en moet er alzoo om het rech,t, de wapenen te kiezen, worden geloot. Eene uirdaging moet hoogstens 24 uur na de beleediging, en het antwoord binnen denzelfden tijd na de ontvangst der uitdaging vol gen; het duel zelf uiterlijk 48 uur na de aanneming der uitdaging Een duel op leven en dood mag nimmer door de secondanten worden toegelaten. Bij het duelleeren op het pistool is de minimum-afstand 15 pas en telt elke weigering voor een werkelijk schot. De eene partij behoeft op de plaats van het rendez-vous niet langer dan 15 minuten op de andere partij te wachten. De vorenstaande gebruiken zijn zoowat de voornaamste, welke den officier niet onbekend mogen zijn; hij, die er meer van weten wil, schaffe zich, voor weinig meer dan een kwart gulden bij den boek handelaar Geerts te Hoorn, den Gids van Joachim aan. Houden wij ons thans een oogeublik op bij de gewichtige keus van secondanten. (1) Aldus de Heer Joachim en andere makers van handleidingen in deze. Wij zijn echter ten deze een ander gevoelen toegedaan en zouden elk officier, die een ander ten onrechte beschuldigt van valsch spelen, bedrog of diefstal, voor den krijgsraad of voor eenen raad van onderzoek getrokken wenschen te zien. De valschelijk beschuldigde dient in het openbaar gerehabiliteerd te worden en behoeft waarlijk zich niet te riskeeren, om nog eens door den beleediger een arm of of been stuk geschoten te worden, zoo niet erger.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 337