332
Ik weet het, de quaestie is hoogst ingewikkeld. Immers zoolang
de mensch niet volmaakt is, zal een menschenoordeel ook altijd mank
blijven gaan. Maar men moet streven naar volmaking, vooral waar
over het levenslot van medemenschen moet worden beslist!
Ofschoon ik op rechtskundig gebied, ik beken het gaarne, een
volslagen leek ben, ofschoon mijne kennis van het militair en het
burgerlijk wetboek (want ook dit laatste dient men te kennen) die
van het gemiddelde der officieren niet overtreft, waag ik het toch, in
verband met bestaande toestanden op rechtskundig gebied in Europa
en Amerika, mijne gevestigde opinie ten beste te geven over de wijze,
waarop in onze militaire rechtspraak verbetering kan worden gebracht.
Het recht is eene zeer betrekkelijke wetenschap, de kennis daarvan
dient slechts tot aanvulling van het rechts gevoel, dat iederen naar
het goede strevenden mensch is aangeboren.
Van daar dat vooral ook op rechtskundig gebied eene leekenopinie
hare waarde kan hebben.
Ik zal mij uitsluitend tot hoofdzaken bepalen.
Vooreerst wat betreft het Hoog Militair Gerechtshof. De opti
mistische opinie van den schrijver over dit lichaam is slechts ten deele
de mijne. Bedoelt hij er mee dat in de gegeven omstandigheden het
H. M. G. de minst slechte waarborgen geeft voor eene goede rechts-
pleging, dan kan ik het ook hierin met hem eens zijn. En dat is
dan ook blijkbaar schrijvers intentie, anders zouden verschillende
andere stellingen niet in het opstel voorkomen. B v. „Een onderzoek
kan niet op een afstand geleid worden
„Houding van beklaagde en getuigen, het verschil tusschen over
tuigende of aarzelende antwoorden, enz. zijn vaak van groot belang,
en het is de taak der commissie dit te doen uitkomen, terwijl bovendien
de slechte communicatie dikwijls oorzaak is, dat de auditeur-militair
zich liever tevreden stelt met een minder volledig onderzoek, dan
dat hjj de stukken terugzendt."
Dit alles geldt ook, en in 't bijzonder voor het H. M. G. De geheele
beslissing berust daar op de stukken Zelden verschijnt de beklaagde,
nooit de getuigen voor deze vierschaar, onderzoeken in loco kunnen
nimmer worden gehouden, kortom 't is meer theorie dan practijk.
Daar nu de krijgsraad niet in 't wezen vau de zaak doordringt,