337 Recht zich in Nederland en de Koloniën bevindt, niet is Ie wijten aan de officieren, die slechts uitvoeren wat hun wordt gecomman deerd, en die, waar het plichtsbesef en geweten betreft, bij niemand behoeven achter te staan Eenig en alleen komt ieder onrechtvaardig vonnis, volgens zulke regels geveld, neer op het hoofd van den wetgever, die, de Hemel vergeve het hem, met zulk eene gewichtige, ernstige, heilige zaak durft dralen. Q. Dl. II, 1893. 22

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 348