23 Het tweede gedeelte bevat meer de bepalingen voor het gevecht der compagnie, die voor den C. C. als zoodanig zelf gelden. Ze schrijven een werken met sectiën voor, wier commandanten officier of goed ontwikkeld onderofficier zijn. Met de compagnie als afgericht geheel wordt nu verder in het bataljon gewerkt, met het bataljon als zoodanig in het regiment. De voorschriften, die nu verder voor het bataljon en het regiment gegeven worden, zijn geheel van tactischen aard of hebben betrek king op de troepenleiding. Die voor het bataljon handelen over het gevechtsplan, de gevechts opdrachten, de plaats van den B. C., het verband tusschen de compa gnieën, het ingrijpen van den B. C., den loop van het aanvallend en verdedigend gevecht van het zelfstandig strijdend bataljon, waarbij de nadruk gelegd wordt op de omvatting bij den aanval en de ver sterking van het terrein bij de verdediging. Het hoofdstuk over het gevecht van het regiment geeft enkele be palingen voor het vormen van liniën, de afstanden tusschen die liniën en het aanwenden van salvovuur op groote afstanden. Yerder bevat het voorschrift een hoofdstuk over het slepend gevecht dat in geen ander voorschrift te vindon is en een over handelingen tegen cavalerie. Dan nog één voor de voorziening in de behoefte aan munitie, minstens even volledig als de Zwitsersche en Oostenrijksche voorschriften op dit punt, en een hoofdstuk over het vervoer van gewonden, dat men te vergeefs in eenig ander voorschrift zoekt. Dan volgt een hoofdstuk over de versterking van het terrein en een over het gevecht in het polderland. Ten slotte geeft het voorschrift wenken omtrent het gevechtsex- erceeren en de gevechtsleiding, doch over gevechtsleiding wordt daarin niets aangetroffen, en eenige regels over het gebruik van signalen. h. De Engelsche gevechtsvoorschriften. Deze zijn van Maart 1892 en moeten, hoewel ze nog provisioneel zijn, het oude voorschrift van 1889 vervangen. Ze komen voor in het 5e, 8e en 9e deel van het exercitiereglement voor de infanterie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 34