347
Aan de behandeling van dit onderwerp dient vooraf te gaan een
en ander over het zwaartepunt van het paard en een enkel woord
over het hellend vlak. De kennis der ligging van het zwaartepunt
en van zijne verplaatsing wanneer de ruiter is opgestegen, alsmede
van de willekeurige verplaatsing van het zwaartepunt der geheele
massa, ruiter en paard te zamen, door den ruiter, is van gewicht
voor de dressuur. Yeel van de hieronder volgende feiten zijn ont
leend aan het voortreffelijke werk „L'extérieur du cheval, par Gou-
baux et Barrier, 2e Edition."
De africhting is meer dan het overwinnen van de natuurlijke
weerspannigheid van het paard en het leeren om op zekere wenken
te gehoorzamen. Een goede africhting is immers een stelselmatige
gymnastiek, welke het paard, door ontwikkeling van zekere spiergroepen
en door het verkrijgen van meerdere buigzaamheid der gewrichten
en banden, in staat stelt om, door den ruiter bestegen, zich te be
wegen in allerlei gangen en dat wel, geruimen tijd, met de geringst
mogelijke inspanning.
Voorts beoogt de africhting, door het teweegbrengen van een
anatomische wijziging in den bouw, aan het lichaam van het paard
een zoodanige, blijvende plooi te geven dat het een willoos werktuig
wordt in de hand van een geoefend ruiter, dat het onbewust hem
de beschikking geeft over zijn eigen beweegkracht en dus over zijn
weerstandsvermogen.
Dat de dressuur er naar streeft, om het paard in staat te stellen
datgene wat men er van verlangt, zoo gemakkelijk mogelijk te vol
brengen, heeft ten doel ten eerste daardoor het paard zoo lang
mogelijk bruikbaar te houden, zoo weinig mogelijk te doen verslijten
ten tweede verzet te voorkomen, hetgeen natuurlijk het beste wordt
bereikt, bij een redeloos schepsel waarbij overreding meestal is uit
gesloten, indien men de voorbereiding zóó geleidelijk, zóó harmo
nisch maakt, dat het paard geen aanleiding vindt zich legen het
verlangde te verzetten, wijl het hem niet meer onaangenaam is.
Ik behoef er slechts aan te herinneren, dat het paard hetwelk,
onvoldoende voorbereid, in een zekere houding wordt gedwongen
door de meerderheid van den ruiter, de energie van diens hulpen,
die houding immers zal verlaten zoodra het hem mogelijk is of