348
zoodra een ruiter van minder gehalte die houding tracht af te
dwingen. Het is een bekend feir, (waarschijnlijk wel door niemand
met meer klem betoogd dan door von Monteto.dat een werkelijk
goed afgericht en doorgereden paard, door ieder ruiter kan worden
gereden, en de ervaring van den Fransch-Duitschen oorlog heefteen
keet meet het bewijs gebracht, dat uitstekend afgerichte paarden
door het gemak, waarmede zij aan de verlangde inspanningen voldoen,
wijl zij steeds in evenwicht gaan, een buitengewoon groot volhou-
dingsvermogen bezitten. Ik doel hier op de omstandigheid dat
verscheiden paarden, die voor het onderricht dienden aan de rijschool
te Hannover en bij mobilisatie mee uitrukten, wat „ausdauer" be
treft buitengewone dingen hebben gepresteerd.
Het behoeft geen betoog dat een paard, zóó goed afgericht dat
zelfs een slecht ruiter, ja iedereen, het rijden kan, een ideaal is dat slechts
zelden wordt aangetroffen en wel om twee redenen. Vooreerst wijl
daartoe het paard, als rijpaard, zeer goed gebouwd moet zijn, en dan
omdat het voortreffelijk en grondig moet worden afgericht.
Uit den aard der zaak is deze gunstige combinatie een groote
zeldzaamheid. Waar zij voorkomt, stempelt zij het paard tot een
voorwerp van buitengewone waarde, dat echter meestal geen handels-
ai tikel zal worden. Maar omdat het voortreffelijke zelden wordt
bereikt, mag men niet nalaten er naar te streven. Op den weg daar
heen ontmoet men het bevredigende, het goede eti het zeer goede.
Daarom doordringe men zich van het denkbeeld dat een grondige
z. voldoend lan^e en geheel methodische africhting, (maar bij
dat methodische vooral rekening houdende met de eigenaardigheden
van ieder individueel paard), het middel is om paarden te vei krijgen
die door het groot aantal middelmatige ruiters goed kunnen worden
gereden en om paarden te verkrijgen die „ausdauer" bezitten en lang
meegaan, wat trouwens, voor zoover het laatste betreft, vrij wel
synoniem is.
Het paard onbestegen zijnde is, de gevallen van hoogst gebrek-
kigen bouw buiten beschouwing gelaten, in evenwicht, d. w. z. er
bestaat een verdeeling van spierkracht berekend voor het gewicht
der verschillende lichaamsdeelen, welke bewogen of geschraagd moeten
worden. Stijgt de ruiter op dan wordt, gelijk wij zien zullen, niet