358 dit gemakkelijker gebeurt in zijdelingsche richting dan vóór of achter waarts, zal een val min of meer in zijdelingsche richting veel meer voorkomen dan een val naar voren of naar achteren. De snelheid van den gang is afhankelijk van de mate van wan kelbaarheid van het evenwicht. Naar gelang het evenwicht meer labiel is of juister gezegd, verder wordt verbroken, wordt de gang sneller. Want het verder slingeren buiten de even wichtslij n vordert, om den val te voorkomen, sneller herstel van het evenwicht, dus sneller opvolgende bewegingen. Daar om loopen telgangers (als regel) harder dan vierkant dravende paarden, of eigenlijk: kan telgang sneller zijn dan draf, wijl bij den eersten het evenwicht telkens zijdelings wordt verbroken. In Amerika (Ver. Staten), het land dat reeds sinds geruimen tijd het wereld-record houdt zoowel voor draf als voor telgang, is men van de gunstiger voorwaarde voor snelheid van een telganger zóó overtuigd, dat men er voor beide bewegingen afzonderlijke records op na houdt en dus nooit een telganger tegen een draver laat loopen. Bij het course-paard, dat zich geheel strekt en in den ruimen ga lopsprong het lichaamsgewicht ver vóór het zwaartepunt werpt, is, om den val naar voren te coupeeren, een zeer ver ondertreden der achterbeenen noodig. Het goed afgerichte paard, in verzamelde houding gaande, is het best in evenwicht, het best tegen vallen gevrijwaardhet heeft on ophoudelijk de meeste heerschappij over het gewicht van de geheele massa (ruiter en paard samen), natuurlijk ten koste van de snelheid, van daar dat men ook met een volkomen afgericht paard, verzameld en in evenwicht gaande, met veel meer succes zal rijden over gladde oppervlakten (kampongwegen in den West-mousson) dan met een paard dat minder goed is afgericht, en dan met hetzelfde paard, wan neer het door de schuld van den ruiter niet verzameld wordt gereden. Von Mouteton verhaalt in één zijner werken dat hij, nog jBng luitenant zijnde, bij schemerdonker of althans maanlicht, zijn ritmees ter, gezeten op een paard met gladde ijzers, over een bevroren water zag draven en dat deze dit verklaarde door het volkomen evenwicht van zijn paard. Dl. II, 1893. 23

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 364