- 359 is een zeer groote belemmering voor de volkomen africhting, dit toch geeft het paard een natuurlijk wapen tegen de eischen van den ruiter en het resultaat is eensdeels dat de achterhand meer moet worden aangesproken, teö andere dat de ideale hoofdstelling en beweeglijk heid van het hoofd onmogelijk worden, terwijl die toch van zooveel gewicht zijn bij de zijgangen en den galop. Het gewricht tusschen 1™ en 2en halswervel een draaigewricht zijnde is hierin aanzienlijke beweging naar verschillende richtingen mogelijk. De hals. Alvorens over te gaan tot de voor ons doel zoo be langrijke spieren, is het noodig in grove trekken de beenderen en banden te beschouwen. De hals bestaat uit zeven wervelsgelijk wij zagen heeft echter de eerste of atlas voor de beweeglijkheid weinig beteekenis, daar hij bijna volkomen met het hoofd meedraait. De wervels zijn voorzien van talrijke uitsteeksels tot aanhechting der spieren. De lijn, welke de wervels te zamen vormen, verschilt niet onbelangrijk bij het ruwe, het onbewerkte paard en het goed afge richte. Ofschoon die wervels alle onderling door korte banden zijn verbonden, vormen ze niettemin een ketting waarvan de schakels onderling draaiing, buiging en strekking veroorloven voor zoover banden, uitsteeksels en spieren dat niet beperken. Dat de hals op iedere hoogte en in verschillende richtingen buigen en ook een defi nitieven knik erlangen kan, het gevolg van éénzijdige overmacht der spieren, is maar al te bekendimmers daarop berusten de talrijke fouten in de halsbewerking en halshouding. Ja, men kan zeggen dat, wat de symmetrie betreft, de ontwikkeling en het vermogen en de neiging tot opvolgen der eischen zoowel rechts als links, deze hoogst zeldzaam volkomen zijn, immers de meeste paarden hebben eenigen dwang, gaan wat beter op de eene hand dan op de andere; geringe fouten ten deze worden zeker door de meeste ruiters over het hoofd gezien, ofschoon zij altijd een effect maken dat merkbaar is onder zekere omstandigheden, maar dat dan verkeerd wordt geïn terpreteerd en ofschoon het nemen in zijgangen en zelfs het rijden op de kleine volte de fout dadelijk blootlegt. In het werk van Seidler (lang niet nieuw maar zeer degelijk)» „Die systematische Dressur des Gfebrauchs- und Knmpagnepferdes", komen zeer aardige plaatjes voor van het skelet, waarin men naast

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 370