361 over de rugwervels en de doornvonnige uitsteeksels der schoftwervels om zich te begeven naar het kruinbeen. De nekband is echter door breede, in sagittale richting verloopende platen met de halswervels verbonden. De beteekenis van den nekband is vooral deze, dat hij zonder spierinspanning te vorderen aanmerkelijk bijdraagt tot het torsen van het 8 a 10 Kilogram zware hoofd aan het uiteinde van den hals opgehangen. De breede platen zijn bij het paard langs de bovenste helft vergroeid, maar naar de wervels toe gescheiden; zij vormen een schot tusschen de halsspieren van rechter-en linkerzijde. Terwijl de streng, de eigenlijke nekband eenvoudig uit bindweefsel bestaat, zijn de breede platen grootendeels opgebouwd uit elastisch weefsel; door deze inrichting ondersteunen zij de strekspieren (op richters) van den hals. Aan de vóórvlakte van den hals liggen gewichtige organen, n. m. de luchtpijp, daarachter de slokdarm en zijdelings oppervlakkig de halsader en diep de strotslagader, benevens twee belangrijke zenuwstammen. Zijdelings van den nek tusschen den rand van den achterkaak en den vleugel van den atlas ligt de oorspeekselklier, bedekt door verscheiden slagadertakken en zenuw vlechten. Van onder tusschen de oorklieren liggen strottenhoofd en zwelgkeel. De halsspieren verloopen lang niet alle aan den hals alléén. Eenige bevestigen zich aan rug, ribben, opperarm en daaronder almede van de sterkste. Dit verklaart het groote verband tusschen de bewegingen van hals, rug en voorbeenen. De strekkers zijn veel talrijker en sterker dan de buigers gelijk begrijpelijkerwijze het geval moet zijn, wil het paard berekend wezen de zwaartekracht te weerstaan en het zware hoofd aan het uiteinde van den hals hangende omhoog te houden. Door de africhting nu ontwikkelen wij sommige spieren en vermin deren de functiën van andere (niet inspannen van spieren doet haar kracht van zelf verminderen). Wij vermeerderen in hooge mate door oefening de buigzaamheid van vele banden, terwijl wij voor een deel van den hals zooal niet naar onbeweeglijkheid dan toch naar aan zienlijk verminderde beweeglijkheid streven. De dressuur bereikt dan ook een ommekeer in de richting van de lijn der wervels, ja in de absolute lengte van die lijn. Aan den hals van een grondig afgericht

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 372