367 eindstation Duschak, ingeval eener Russische expeditie tegen Herat, volkomen gedekt door het op circa 40 KM. Zuidwaarts gelegen Kelak-i-Nadiri, een verbazend sterke bergvesting, die in 1889 door Perzië aan Rusland is afgestaan. Slaan wij een blik op den tegenwoordigen toestand van Russisch Centraal Azië, zooals deze wordt, afgeschilderd door de meeste Britsche reizigers, voornamelijk door C. E. Biddulph, wiens indruk ken wij mededeelen. Alle illusies, die men mocht koesteren omtrent Merw, Bokhara en Samarkand, verdwijnen zoodra men deze streken heeft aanschouwd in geen enkel opzicht onderscheiden die plaatsen zich van honderde steden uit andere deelen van Azië, doch zij staan bij deze laatste geheel en al achter wat aangaat overblijfselen van vroegere grootheid en ook de bevolking is er veel kleiner. Nieuwere onderzoekingen hebben dan ook aangetoond, dat de .door vroegere schrijvers en reizigers verstrekte opgaven omtrent bevolking en hulpbronnen zeer overdreven waren. Deze latere ontdekkingen hebben bewezen, dat eertijds Trans-Kaspië even dun bevolkt moet zijn geweest ais thans, en wel ten gevolge van het algemeen heerschend watergebrek. Zonder behoorlijke besproeiing toch, is zelfs de vruchtbaarste bodem en menig gedeelte dezer landstroek bestaat uit goeden grond even waardeloos voor het bestaan als het zand der woestijn. De eenige rivieren, die men aantreft tusschen de Kaspische zee en Samarkand, zijn: de Oxus, de Zaraffhan, de Murghab alsmede enkele kleinere wateren. Bovendien zijn beide eerstgenoemde woeste bergstroomen, wier breed en ondiep bed, dat rijk is aan zandbanken en eilanden, in het warmere jaargetijde, ten gevolge van het smelten der sneeuw op den Hindukusch en het Pamirplateau, plotseling veranderd wordt in een wiklstroomende watermassa. Onderzoekingen, die in de ruïnen der steden Bairan-Ali en Sultan Sanjar in het district Merw plaats hadden, hebben geleerd, dat deze plaatsen hoogstens een bevolking bezaten van 50000 inwoners. Het gemis aan gebakken steen in de oude gebouwen te Bokhara en Sa- markand alsmede in de ruïnen van Giaurkala, wijst er op, dat sedert

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 378