386 Terwijl de terugtrekkende bende trachtte om ongemerkt langs den voet van het gebergte de achtergelegen kampongs te bereiken, werd zij door een ander uit het bivouak afgezonden detachement, dat op 200 M. met veel succes eenige welgerichte salvo's afgaf, uit elkander gejaagd. Inmiddels was ook de artillerie in batterij gekomen en een 17 tal granaten werd op een afstand van 8001200 M. op de opeen gehoopte massa en de kampongs Waroe-soeba en Liko-wali verschoten. Naar het ons voorkwam, miste dit vuur zijne uitwer king niet. De aanvallers, grootendeels tot de bewoners van Wolo-wioe behoo- rende, zoo werd dienzelfden middag de geheele kampong met uitzonde ring van de wijk Bo- rewoe, geheel in de asch gelegd. Niet minder dan 150 prachtige houten huizen werden tot schrik en ontsteltenis van de trouwelooze bevolking aan de vlammen prijs gegeven. Dienzelfden dag zwierven rondom het bivouak talrijke vijandelijke beuden, die ons de handen vol werk gaven. Zoo deed zich bij deze gelegenheid een zeer belangwekkend geval voor. Een Rokkaneesch hoofd op een prachtig paard gezeten en met twee lange lansen gewapend reed tot 150 Meter voor de postenliuie en nam hier eene uitdagende houding aan. Niettegenstaande ver scheidene schoten op hem waren gedaan en hoewel zijn vurig ros op meer dan twee plaatsen getroffen en hij zelf aan den rechterarm gewond was, week hij geen stap terug, doch trachtte hij door zijn gedrag eenigen zijner volgelingen aan te sporen de postenketen door te breken. Het mocht hem echter niet gelukken zijn plan ten uitvoer te brengen; een wel gericht schot deed hem van zijn paard tuimelen en den laatsten adem uitblazen. Het lijk van den dapperen ruiter werd binnen het bivouak gebracht en herkend als te zijn van Nawasina, het moedige en onverschrokken hoofd van Naroe, dat volgens getuigenis van Ango Molo en de zijnen in de binnenlandsche onlusten meer dan eens blijken had gegeven van buitengewone dapperheid en stoutmoedigheid. Wat kon den held toch bezield hebben, om zoo dicht onder ons vuur te komen? Is zulk eene handeling niet het toonbeeld van persoonlijken moed en ware doodsverachting? Zulke voorbeelden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 397