387 waren echter niet zeldzaamreeds meermalen waren wij in de gele genheid geweest den moed der Rokka's te bewonderen, die ofschoon slechts met lans en klewang gewapend, onze salvo's durfden trotseeren en tot zóó dicht bij den troep kwamen, dat zij ons met hunne lansen konden bereiken. Antwoordt men ons hierop, dat de Rokka's zich waarschijnlijk toen de uitwerking onzer Beaumont geweren nog niet bewust waren, dan vergist men zich zeer, want bij de verschil lende schermutselingen nabij Wawa en Do hebben zij hiermede genoeg kennis gemaakt om daaromtrent een blijvenden indruk te kun nen behouden. Bij deze gelegenheid werd opgemerkt, dat enkele hoofden en leiders der bewegingen te paard waren gezeten. Zij kunnen stoute ruiters heeten, want de moeilijke bergpaden en het zeer geaccidenteerde terrein werden door hen in vliegenden vaart afgelegd. De onderhandelingen met de bevolking waren sedert een geruimen tijd afgebroken en werd het hoofd van Bolonga, Podjo, den 22"» Juli in het bivouak te Bo-rewoe ontboden om met hem de quaestie der tinhoudende streken andermaal te bespreken. Denzelfden dag nog vertrok Podjo naar de kampong Ba-djawa, om het hoofd van deze kampong over te halen ons gidsen te leveren voor een tocht naar het binnenland. Den daaropvolgenden dag was Podjo weder in het bivouak terug met het bericht, dat de bevolking van Ba-djawa niet genegen was ons te vergezellen, terwijl hij zelf pertinent weigerde ons als gids te dienen, uit vrees het later te kwaad te zullen krijgen met de overige bevolking. Daar volgens ingewonnen berichten de tinstreken moesten liggen in N. O. richting van ons bivouak nabij de sterk bevolkte kampongs Bobau en Naroe, zoo werd aan de bevolking dier kampongs door tusschenkomst van Podjo aangezegd, dat onze verkenningen zich in de richting harer kampongs zouden bewegen zonder eenige vijandige bedoeling. De bevolking liet ons antwoorden, dat zij, geen part noch deel hebben 'e aan de zaak van Ango Molo, niets met de Kompanie te maken wilde hebben, en dat wij daarom moesten afzien van onze voorgenomen verkenningen. De Resident was door den slechten loop dor zaken ten einde raad en zeide Podjo dat hij de ontvangen witte vlag van do compa-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 398