398
opdracht om langs vredelievende wijze tot het doel te geraken. Wij
zijn misschien al te vredelievend geweest, daarom \Vas het doel
niet bereikt.
Den 29en Juli had de derde verkenningstocht plaats in Noordelijke
richting. Ditmaal gold het een der toppen van den Wolo-mcrèh
(grooten berg) 2000 M. hoog.
De berg werd beklommen tot op 1710 Meter. Yan uit dezen hoo-
gen top had men een prachtig vergezicht, zoo zelfs dat de loop van
de Aimérèh voor een deel kon worden gevolgd. De heer van Schelle
besloot, na gedane waarneming, dat men verder in N. richting gaande,
geen kans had om spoedig buiten het vulkanisch terrein te komen
en dat er alzoo geen sprake van was om in de onmiddellijke nabij
heid tinerts houdende gronden te vinden. Als naar gewoonte was
ook deze tocht niet onopgemerkt gebleven voor de vijandige kampongs,
die spoedig uitliepen en het ons erg lastig maakten.
De kampongs Tjanga-laka en Waroe-wohka, die op de verkennings-
patrouille schoten, werden van uit het bivouak door het artillerie
vuur geteisterd.
Bij deze gelegenheid wist een medegenomen gids ongemerkt te
ontkomen, door zich langs den rand vau een diep ravijn te laten
afglijden en spoorloos te verdwijnen,
En hiermede eindigde de derde en laatste tinverkenning. Sedert
het vestigen van het hoofdkwartier te Bo-rewoe hadden de overige
posten de volgende sterkte bekomen.
Wai-mokeh 35 mau onder den 1en luitenant van Geelem
Wawa 30 man onder den 2cn luitenant Diemont.
Do 35 man onder den 1en luitenant Geluk.
Watoe-loko 35 man onder den len luitenant Westerbeek.
De posten konden toen niet op grootere sterkte worden gebracht,
omdat de verkenningen aan den gang waren en men er zelfs over
dacht eene zesde étape te vestigen. Na het einde der derde verkennings
patrouille kon men ook nog niet daartoe overgaan, omdat Bo-rewoe
in liet hartje der vijandelijke kampongs gelegen zijnde, niet van troe
pen mocht worden ontblooot.
Den 5en Augustus vertrokken de majoor Collard, de luitenant-adju
dant, de chef van den staf, de mijningenieur van Schelle en de civiele