395
kanten besprongen, was het hem onmogelijk zich te verdedigen, en een
ooggetuige verhaalde later, dat eenige lieden van den vijand hem zijne
beide handen vasthielden, om anderen de gelegenheid te geven hem
de doodelijke wonden toe te brengen. Diemont had ettelijke lans
steken en klewanghouwen. De meeste dwangarbeiders legden op het
eerste alarm hunne vrachten neder en liepen naar Watoe-loko terug, het
geen ook niet te verwonderen was, daar zij meest allen ongewapend
waren. Van den achtertroep, bestaande uit 3 man, bleven de beide
Inlandscbe fuseliers Kerti en Geboe stand houden en aan hun
kalme houding en aanhoudend snelvuur op den vijand, was het voor
een deel te danken, dat er niet meerdere slachtoffers vielen of goederen
geroofd werden. (Er bevonden zich toevallig bij het transport 2 kisten
met geld f 3000 voor Ko-rewoe bestemd). Langzaam voortgaande
en steeds vurende, waren zij het lijk van Diemont tot 15 passen
genaderd en konden zij dit voor verdere verminking of wegvoering
behoeden. Onmiddellijk op het geweervuur had Watoe-loko een
detachement het transport te hulp gezonden en het gelukte aan dit
detachement den vijand te doen aftrekken en te beletten verdere
gewelddadigheden te plegen.
Ook het transport van Bo-rewoe was inmiddels op den Sè-Kèngè
aangekomen en zond eenige manschappen den bergrug af. Dit spoe
dig en flink optreden van de uitgezonden detachementen boezemde
den vijand ontzag in, want hij vluchtte met medeneming van eenige
achterlaadgeweren der gevallen manschappen. Naar luid de berich
ten, behoorden de aanvallers op dit transport tot de kampongs Eko-
feto, Wolo-wioe en Biposso. Bij deze overvalling sneuvelde aan
onze zijde de 2e luitenant Diemont, 1 Inl. sergeant, 4 Inl. fuseliers en
4 dwangarbeiders. Een vrouw werd er gedood. De bediende van
den luitenant Diemont en 3 dwangarbeiders werden zwaar, een Inl.
tamboer en 3 dwangarbeiders licht gewond. De lijken van den In-
landschen sergeant en een Inl. fuselier, die beiden aan de spits mar
cheerden, werden na vruchteloos zoeken, eindelijk 2 dagen later in
vergevorderden staat van ontbinding gevonden in het 50 M. diepe ravijn.
Het verlies van den vijand was niet bekend en werd geschat op
10 man.
6 geweren, 200 patronen en een revolver vielen den vijand in handen.