396 De Inlandsche fuselier Kerti en Geboe werden voor hun heldhaftig gedrag terstond bevorderd tot korporaal, en niet lang daarna per tele gram met de bronzen medaille voor Moed en Trouw beloond. De Europeesche fuselier Been, die met genoemde Inlandsche fuseliers het transport dekte, doch op het eerste alarm het hazenpad koos, werd na gehouden onderzoek voor zijn lafhartig gedrag in de 2e klasse van militaire discipline geplaatst. Op het bericht van deze overvalling, spoedde de majoor Collard zich weder naar het hoofdkwartier terug, teneinde een onderzoek omtrent het gebeurde in te stellen. De Resident van Timor, die tusschen den 6on en 8on Augustus te Wai-mokeh werd verwacht, kwam niet terug, en schreef aan den colonnecommandant dat ZHEdG. door ambtsbezigheden verhin derd was. Sedert de aankomst van de colonne Collard op den 290n Juni was er geen enkel schip meer in de Aimereh-baai aangekomen, zoodat wij van dien datum tot den 7™ Augustus alzoo 36 dagen van alle gemeenschap met Java waren verstoken. De Zwaluw, gewoonlijk bestemd om spoedberichten van het oorlogsterrein Daar Macassar over te brengen, werd door den Resident, die inmiddels naar Larantoeka was gereisd om aldaar eer.ig geschil tusschen de Roomschen en de bevolking te vereffenen, aangehouden, zoodat wij dien bodem ook misten. De voorraad vivres begon door deze gebrekkige commuuicatie met Java langzamerhand te verminderen, zoodat de soldaat in sommige opzichten op rantsoen moest worden gesteld. De voorraad rijst was op een 100-tal zakken na geheel uitgeput; gelukkig dat door de energie van onzen kwartiermeester Hoeboer spoedig in de noodzakelijke behoefte werd voorzien, doordat hij eenige zakken rijst van de Zwaluw overnam en verder met een kruisboot van uit Timor eenige honderden KG. rijst ter nadere verrekening bestelde en bijtijds kreeg. Na den 6en Augustus werden de posten Do, Watoe-loko, Wawa en Wai-mokeh elk op eene sterkte van 50 bajonetten gebracht en kon aldus aan de transporten eene sterkere dekking worden medegegeven. Van dien datum tot aan 21 Augustus viel er niets bijzonders voor. Inmiddels had men in het hoofdkwartier aan het hoofd van Noa-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 407