397 mèrèh, Wa-oh genaamd, een man van veel invloed en gezag en die met Ango Molo en eenige anderen in het bivouak gevangen was, de vrijheid gegeven naar zijn kampong terug te keeren, hopende dat hij zijn invloed zou kunnen aanwenden om aanraking met de gevluchte en bevreesde bevolking te verkrijgen. Een dure eed, bestaande in het eten van een weinig aarde, werd door den losgelatene gedaan, dat hij binnen den vastgestelden tijd in het bivouak Bo-rewoe zoude terugkomen, onverschillig of hij al dan niet mocht slagen in zijne opdracht. Onze trouwe gids Polé, die ons reeds van veel dienst was geweest, ging, niettegenstaande wij het hem sterk afraadden, met Wa-oh mede, in het volste vertrouwen verkeerende, dat hem geen leed zoude weder varen en bedoeld hoofd zijn eed zoude gestand houden om op den be paalden tijd terug te keeren. Helaas, Wa-oh verliet het bivouak om daarin niet weder te keeren en met hem verloren wij onzen gids Polé, die volgens berichten door den vijand werd gevangen gehouden, om later als slaaf te worden dienst baar gesteld. Den 22en Augustus werd een vivrestransport van Wai-mokeh naar Wawa marcheerende en geëscorteerd door 16 bajonetten door 300, achter een kreupelboschje verscholen Rokka's overvallen. Toen het transport, waarbij 75 bevrachte dwangarbeiders waren, ter hoogte van het kreupelbosch was gekomen, (8 ure v. m.) snorden een honderdtal lansen door de lucht en bijna gelijktijdig werd het plotseling over zijne geheele lengte door den vijand aangegrepen. De voorhoede bestaande uit een sergeant en 8 man weerde zich dapper, doch verloor onmiddellijk den commandant en 5 man, die buiten gevecht werden gesteld. De dwangarbeiders legden hunne vrachten neder en verweerden zich met hunne korte parangs, doch door den tocht uitgeput, waren zij niet tegen zulk een onverwachten schok bestand. Honderde Rokka's wierpen zich op de goederen en richtten op de arme dwang arbeiders eene vreeselijke slachting aan. De achterhoede, die minder van de overvalling had te lijden, snelde de voorhoede, wier aantal tot 3 man was verminderd en in hoe langer boe neteliger positie verkeerde, te hulp en rug aan rug staande en vereenigd werkende met al den moed en de kracht, die

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1893 | | pagina 408