403
verloren en schetste hem als een man vol brave en edele grond
beginselen.
Behalve de dagelijks terugkomende werkzaamheden viel er op
Flores' Zuidkust niets meer van belang voor.
Den 12eu November ontving de colonnecommandant van Batavia
de mededeeling, dat de expeditie op Zuid-Fiores als geëindigd werd
beschouwd en de troepen konden inrukken. De schepen Loudon en
Tambora waren aangewezen om de expeditionnaire troepen naar
Java over te voeren en zouden tegen den 18en daaraanvolgende in
de Aimerehbaai aankomen.
Dat deze blijde mare met groote vreugde en blijdschap werd ver
nomen, kan licht verondersteld worden, vooral na zooveel ontberingen
en zoo weinig voldoening.
Den 14en November werd een begin gemaakt met het inrukken
van het hoofdkwartier Bo-rewoe en het biyouak Watoe-loko; den
16en werd Do en den 17en Wawa ontruimd. Op den 18en November
was de geheele expeditionnaire macht te Wai-mokeh bijeengetrokken.
Gedurende het terugtrekken werden de troepen niet door den
vijand verontrust, niettegenstaande achtereenvolgens de bivouaks in
brand werden gestoken.
Den 19en November embarkeerde de colonne aan boord der boven
genoemde schepen en werd de terugreis naar Java aanvaard.
Zonder het beoogde doel te hebben bereikt, eindigde aldus de
Flores-tinexpeditie, die met de meeste geestdrift en opgewektheid
en vol illusiën ondernomen, tot het laatste toe werd volgehouden, en
waarbij trots allerlei wederwaardigheden, vermoeienissen en ontberin
gen zoowel door officieren als minderen andermaal de schitterendste
bewijzen van moed, volharding en plichtsbetrachting werden aan den
dag gelegd.
En al mocht deze ongelukkig geëindigde expeditie bij velen reeds
in vergetelheid zijn geraakt, voor hen die haar medegemaakt en een
werkzaam aandeel daaraan gehad hebben, zal zij steeds eene blij
vende herinnering uitmaken.
Had de Regeering kunnen besluiten meerdere troepen naar het
oorlogsterrein te zenden, teneinde dieper het sterk bevolkte binnen-