407
achterste schijf als hoven.
van de bovenbuitenhoeken naar de benedenbuitenhoekeu waren
lijnen getrokken, welke twee driehoeken m p l en q n o afsneden, die
buiten beschouwing bleven. Eindelijk waren van 1.45 M. van de boven
hoeken naar 1.06 M. van de benedenhoeken lijnen getrokken u t en x z.
Bij deze opstelling der schijven was in aanmerking genomen
le. Het breedere (16 M.) der vurende afdeeling (de as der beschoten
colonne loodrecht op het midden daarvan) en de daardoor mogelijke
treffers in de flanken der colonne. De frontbreedte (2.5 M van het
doel (voorste schijf) werd daardoor aan beide zijden vermeerderd met
0.75 M, terwijl aan de buitenonderzijden de genoemde driehoeken
a i f en h h k buiten beschouwing bleven, daar de treffers daarin voor
de voeten van de manschappen in de flanken in den grond zouden
slaan. Deze konden echter vrij zeker als ricochettreffers in aanmer
king worden gebracht. Ook de achterste schijf moest breeder worden
dan het front der colonne, daar anders de treffers van den linker-
(reehter-) vleugel der vurende afdeeling in de rechter- (linker-) flank
der colonne niet werden opgevangen.
De achterste schijf was als boven verdeeld, omdat de treffers van
de 4 middenrotten in de colonne opgevangen worden door het
gedeelte der schijf begrepen tusschen de twee lijnen, welke op 1.45 M.
van de bovenbuitenkanten naar 1.06 M. van de benedenhoeken
getrokken zijn, u t en a; z; de treffers, veroorzaakt door de 10
linkerrotten in het gedeelte, dat zich bevindt rechts van de lijn u v
die op 1.45M. van de linkerzijde is getrokken, en de treffers van
de 10 rechterrotten, door het gedeelte der schijf links van de lijn x ij,
welke op 1.45 M van de rechterzijde is getrokken.
De linkerdriehoek l m p vangt gedeeltelijk de kogels op, welke
door de 4 midden- en 10 rechterrotten afgeschoten, over de hoofden